18
genoten muziekonderwijs bij particulieren.
Ook dit is weer iets dat nog eens het komende jaar besproken zou kunnen worden.
De consequenties dienen naar zijn mening wel goed onder ogen te worden gezien,
wanneer onder muziekschool ook het muziekonderwijs genoten bij particulieren zou
vallen
De heer van de Merbel zegt, dat de ingangsdatum van de verordening die nu zal worden
vastgesteld is 1 augustus 1983.
Nu het college van plan is om de gehele verordening het komende jaar vroegtijdig
weer aan de orde te stellen en nader te bekijken, ontgaat hem de noodzaak om deze
verordening vast te stellen ten enenmale.
Is het zo dat de verordening eigenlijk niet vastgesteld hoeft te worden, dan zou
dit agendapunt naar zijn mening het best kunnen worden verdaagd.
De voorzitter antwoordt, dat het wel nodig is dat de verordening wordt vastgesteld,
ook al gaat deze pas 1 augustus 1983 in. Er dient namelijk een stuk zorgvuldigheid
te worden betracht. Het lijkt dan misschien nog ver weg, maar de mensen die een
verzoek om een bijdrage kunnen indienen, dienen niet kort van tevoren met een be
paalde situatie te worden geconfronteerd.
De heer van de Merbel zegt bij interruptie dat hij heeft horen zeggen dat komend
jaar vroegtijdig opnieuw de zaak zal worden bekeken.
De voorzitter denkt, dat de zorgvuldigheid vereist dat voor de komende periode
1983-1984 eenieder weet waar hij of zij aan toe is.
Er dient een zekere zorgvuldigheid te worden ingebouwd. De gemeente heeft namelijk
ook de consequentie te aanvaarden op een gegeven moment in de gemeentebegroting
voor 1983. Voor het begrotingsjaar dient er een stuk vastigheid te zijn.
De heer Koevoets zegt dat in artikel 11 wordt gesproken over een berekende belast
bare som. Hij neemt aan, dat dit de belastingtechnische is in de zin van de Wet
Inkomstenbelasting
Dit betekent, dat het belastbaar inkomen in het geval vein een gehuwde ruim
f 10.000,-- hoger is, hetgeen f 25.000,-- is in dat geval. Dit betekent, dat
iedere zogenaamde minderdraagkrachtige en vrijwel iedereen die net onder modaal
zit voor dit bedrag al in aanmerking komt.
Wat dat betreft is er een onnodige ongerustheid bij een deel van de raad.
De gehele zaak is in de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn aan de orde
geweest en hij heeft gezien dat er terdege rekening is gehouden met de RWW-er die
op kamers woont of met de schoolverlater die nog thuis woont.
Zijn fractie vindt het alleszins redelijk dat bij die schoolverlater toch nog 50%
van het laagste inkomen van de ouders meegerekend wordt.
Zijn fractie kan zich toch wel geheel in het collegevoorstel vinden. Er staan wat
redactiefoutjes in de verordening en het zal best nog wel eens helemaal opnieuw
bekeken kunnen worden, maar over het algemeen is de verordening alleszins redelijk.
De verordening kan naar de mening van zijn fractie gerust met terugwerkende kracht
van 1 augustus 1982 in werking treden. Alle aanvragen die vóór 1 oktober dit jaar
zijn ingediend en op grond van de oude verordening zijn afgewezen, zouden dan nu
opnieuw in overweging kunnen worden genomen wanneer deze op grond van de nieuwe
verordening wel voor subsidie in aanmerking zouden komen.
De voorzitter antwoordt, dat er ook gevallen kunnen zijn waarvoor juist het tegen
overgestelde geldt. Hij stelt hierom voor om toch de verordening per 1 augustus
1983 in werking te laten treden, teneinde geen verwikkelingen te krijgen.
Hij wenst vervolgens de discussie af te ronden, brengt het voorstel in stemming en
deelt mede, dat het college begin volgend jaar in de commissie nog eens van ge
dachten zal gaan wisselen over deze zaak om vervolgens in de raad misschien tot een
gewijzigde opstelling te komen.
De heer van de Merbel deelt mede, dat zijn fractie met deze toezegging dat de gehele
zaak nog eens op de helling wordt geplaatst vooraleer het op 1 augustus 1983
rechtskracht zal krijgen, accoord gaat met vaststelling van de verordening. Zijn
fractie zal op dit moment verder geen amendement indienen.
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.