- 11 -
benoemd bent Uw stoel - of eigenlijk gezien hij zo mooi was aangekleed - Uw zetel
versierd. Een gelukwens hadden ze voor de stoel geplaati en een spontaan gedicht
tegen de muur gehangen
Ik heb dit gedicht toen overgeschreven en daar stond het volgende in:
Als het water van de Maas eens bier was, schuimend bier was, lekker bier was.
Dan stond Maaskant aan de kant, met een bierglas in zijn hand.
Dan was Maaskant van de Maas de beste klant.
Nu is het zo mijnheer Maaskant, nu is er één ding waarmee ik het niet eens ben;-. U
bent geen man die aan de kant staat. Namens de CDA-fractie wens ik U een heel goede
periode in Uw nieuwe functie toe. Ik hoop dat U op zijn tijd rust neemt aan de
Maas-kant om met nieuwe energie verder te gaan ten dienste van onze gemeenteVan
harte gelukgewenst namens onze fractie. Dank U wel".
De heer van de Merbel richt de volgende woorden tot de heer Maaskant.
"Mijnheer Maaskant, ik heb geen moeite om U in de vergaderingen met mijnheer Maaskant
aan te spreken en ik zal dit dus altijd doen, tenzij ik even mezelf vergeet. Dit
laatste komt dan, omdat we elkaar nu ook alweer een lange tijd kennen. Vanaf 1962
kennen we elkaar al, omdat ik toen het genoegen had om Uw collega te zijn, in eerste
instantie. Ik kan me die tijd herinneren als een tijd waarin U dus zeg maar binnen
de collega's voor mij steeds een fijne vent was.
Daarna heb ik U ervaren als chef financiën en in die functie hebben we elkaar ver
schillende keren ontmoet in de commissie Financiën, waarbij we ook af en toe de
degens hebben gekruist. We bleken het lang niet altijd samen eens te zijn, hetgeen
ook niet hoeft denk ik. We gaven elkaar wat weerspel.
We gaan U nu zien en meemaken als secretaris van deze gemeente. De burgemeester
heeft daarstraks al gezegd, dat iedereen eigenlijk gelukkig en tevreden was met de
gang van zaken dat U benoemd werd. Het personeel was en is gelukkig, het college,
de raad en ook de burgerij zijn gelukkig. Ik hoop dat U zelf in de tijd die U nu
als gemeentesecretaris in de gemeente gaat doormaken bijzonder gelukkig zal zijn.
Namens mijn fractie wil ik uiteraard bij deze U onze hartelijke gelukwensen aan
bieden. Dank U zeer".
De heer Koevoets spreekt de heer Maaskant toe met de volgende woorden:
"Mijnheer Maaskant, onze fractie wenst U uiteraard onze hartelijke gelukwensen. Wij
zitten pas een paar maanden in de raad. Wat wij van U kennen, dat zijn Uw ambtelijke
adviezen, die over het algemeen - voor zover wij ze kunnen beoordelen - uitstekend
zijn. Wij hebben dan ook veel vertrouwen in U. Ook hebben we U een paar keer per
soonlijk meegemaakt. Als we eens iets te vragen hadden, dan konden we te allen
tijde bij U terecht. U ging uitvoerig op onze vragen in. We hebben eigenlijk voor
dat we in de raad zaten veel kritiek gehoord van mensen op de gemeente en op perso
nen van de gemeente, maar op U hebben we nog nimmer kritiek gehoord.
pXt gevoegd bij wat we hier ondervonden hebbenwas voor ons toch de reden om ook
eenstemmig Uw kandidatuur te steunen.
Wij wensen U dan nu ook heel veel succes toe de komende jaren".
De voorzitter geeft hierna de heer Maaskant de gelegenheid - voor zover hij hierop
gesteld is - om nog iets te zeggen.
De heer Maaskant zegt het volgende:
"Ik ben helemaal niet voorbereid hierop en ik ben geen spreker. Ik ben erg getrof
fen, ik ben eigenlijk sprakeloos. Ik had dit helemaal niet verwacht. Ik wil iedereer
hartelijk bedanken voor het gezang en voor de woorden en ik hoop dat we kunnen
zeggen: "ah, hoe lieflijk ist".
Eén ding wil ik nog zeggen wat me getroffen heeft deze week. Ik kreeg van de week
een telefoontje. De persoon heeft me toen gefeliciteerd en gezegd: Ik ben blij dat
ze nu een Fendertsman hebben benoemd als secretaris.
Ze beschouwen me dus als Fendertsman en daar ben ik heel blij om.
Dank U wel".
Voor de heer Maaskant wordt vervolgens door Polyhymnia tezamen met alle aanwezigen
het "lang zal hij leven" gezongen.