- 7 - De voorzitter zegt bij interruptie, dat dit laatste niet is gezegd en wordt be weerd. De heer van de Merbel merkt op, dat door de voorzitter is gezegd dat vo^issen men selijk is. Hij concludeert hieruit dat ook het college haar vingers er niet voor in het vuur steekt dat de cijfers goed zijn. Van de zijde van de PLF-fractie en zijn fractie is serieus aandacht besteed aan het voorstel. Van de kant van het college is gezegd dat er geen enkel probleem is om het agendapunt tot de december-vergadering uit te stellen. Op een gegeven moment is hierna geroepen door de heer Kannekens dat aanhouden van het voorstel allemaal niet hoeft. Nu is het dan zo dat het voorstel in stemming wordt gebracht. Hij vindt deze hele gang van zaken toch wel een beetje het toppunt voor hem, zolang hij in de raad vertegenwoordigd is. Zijn fractie zal hierom tegenstemmen om het agendapunt nu af te handelen. De heer Koevoets sluit zich aan bij de woorden van de heer van de Merbel. Hij zit helemaal nog niet zo lang in de raad, maar hij begint steeds gekkere dingen mee te maken Hij leest onderaan pagina 1 van het voorstel"Deze situatie is onjuist en zelfs in strijd met de wettelijke bepalingen, immers er bestaat niet alleen een gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs, maar die gelijkstelling bestaat ook omge keerd". In het voorstel zoals het er nu ligt staat op pagina 3 dat het huidige aantal klokuren tot 1 augustus 1983 ongewijzigd gehandhaafd blijft. Zijn fractie heeft de gehele berekening op papier staan. Het is heel eenvoudig de optelsom van 6 en 7,5 te maken. Het betreft dus 13% terwijl in het voorstel op pagina 1 gesproken wordt over 12% en op pagina 3 vervolgens staat dat de situatie ongewijzigd blijft. Aangetoond is door zijn fractie dat de situatie wel degelijk gewijzigd wordt. Hij verzoekt het college mede te delen of het mogelijk is voor zijn fractie om een voorstel in te dienen. Is dit laatste niet mogelijk dan zal zijn fractie noodgedwongen moeten tegenstemmen. Hij stelt liever voor om het agendapunt aan te houden tot de volgende vergadering. Hij gelooft namelijk nooit dat het de bedoeling van het college is om het bijzonder onderwijs te bevoordelen. Het gaat bij dit voorstel over het aantal klokuren. Wordt het voorstel in stemming gebracht zoals het nu wordt aangeboden, dan neemt de raad een overschrijding aan van 3/4 klokuur per verplichte leerkracht, hetgeen gewoon betekent dat het bijzonder onderwijs dan nog eens een extra klokuur bijkrijgt. De heer van Dueren den Hollander vindt, dat diegene die ongelijk heeft het nu maar keihard krijgt, wie het ook is. Door de voorzitter is gezegd dat fouten maken men selijk is en dat door het college een en ander nog eens zal worden nagerekend. Hij kan zich hierin goed vinden en zou graag zien dat het agendapunt wel wordt verdaagd. Komt het college dan de volgende vergadering met exact hetzelfde voorstel, dan vindt hij dat het college overtuigend dient aan te geven dat alle cijfers en berekeningen juist zijn. Een mens die fouten heeft gemaakt, dient er naar zijn mening op gewezen te worden. Wat hem betreft mag dan tijdens de volgende raadsvergadering blijken dat de PvdA-fractie en PLF-fractie ongelijk hebben gehad. Dit zou ook voor zijn fractie goed zijn, daar zijn fractie in beginsel volledig accoord ging met dit voorstel, zoals het nu de raad is voorgelegd. De heer de Vos merkt op, dat hij en de heer Koevoets waarschijnlijk bij de berekening van iets anders zijn uitgegaan. Op bladzijde 2 van het voorstel staat dat voor de openbare lagere school in Heij- ningen wordt voorgesteld 2% klokuur. Voor de openbare lagere school in Fijnaart 6 1/4 klokuur. Samen gaat het hierbij dan om 8 3/4 klokuur, waarvan door het Rijk 5% klokuur wordt vergoed. Het verschil van 3 1/4 klokuur gedeeld door 7 is minder dan een klokuur, afgerond klokuur. Het is dan zo dat de bijzondere scholen achteruit gaan in het aantal klokuren.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 168