De voorzitter vraagt de heer van Dueren den Hollander bij interruptie om mede te
delen wat er niet goed genotuleerd is en wat er eventueel genotuleerd had moeten
worden. Een betoog over deze aangelegenheid is nu niet aan de orde.
De heer van Dueren den Hollander antwoordt, dat hij het over de "kop" en de "staart"
heeft en dat hij concreet wenst te vernemen waar beide nu precies liggen.
De één zegt namelijk dat de "kop" ligt bij het viaduct aan de Oudemolensedijkter
wijl de ander weer aangeeft dat deze bij de kom Fijnaart ligt. Hij zegt het nu heel
kort te hebben gezegd en wenst wel graag een antwoord.
De voorzitter antwoordt, dat het als vraag is genoteerd. Hij concludeert dat de
heer van Dueren den Hollander ten aanzien van de notulering als zodanig geen pro
blemen heeft.
De heer Nachtzaam zegt, dat bij de ingekomen stukken van de raadsvergadering van
28 oktober onder andere stond vermeld de nota F.N.V. aangaande het werkgelegen
heidsbeleid in de gemeente Fijnaart en Heijningen.
De voorzitter vraagt hem mede te delen om welke bladzijde van de notulen het gaat
en wat er niet goed genotuleerd is.
De heer Nachtzaam zegt dat de betreffende nota terug zou komen in deze raadsver
gadering.
De voorzitter antwoordt, dat het hier gaat over de notulen. Hij vraagt om welke
bladzijde het gaat en wat er gemist wordt.
De heer Nachtzaam zegt dat hij het stuk helemaal niet in de notulen kan terugvinden.
Voorgesteld werd bij punt 1L van de ingekomen stukken van de vorige raadsvergadering
om de nota in de vergadering van 25 november te behandelen. Hij kan de nota echter
in deze vergadering niet terugvinden.
De voorzitter concludeert aan de hand van hetgeen de heer Nachtzaam naar voren
brengt dat er onder 2 onder de ingekomen stukken iets ontbreekt.
De voorzitter vraagt of de raad ermee akkoord gaat dat het college het erbij zet.
De heer Koevoets zegt dat bij punt 11 op bladzijde 7 van de notulen staat dat het
voorstel tot het garanderen van een geldlening aan te gaan door de Woningbouwver
eniging Fijnaart voor de bouw van 18 HVAT woningen zal worden uitgesteld tot de
vergadering van 25 november 1982. Hij kan dit niet terugvinden op de agenda van de
raadsvergadering van hedenavond.
De voorzitter antwoordt, dat datgene wat de heer Koevoets aanhaalt toch juist staat
vermeld in de notulen
De heer Koevoets zegt, dat het punt nu niet op de agenda van deze raadsvergadering is
geplaatst
De voorzitter vraagt of de notulering onjuist is.
De heer Koevoets antwoordt, dat de notulering op dat moment juist is.
Hij zegt vervolgens dat hij op pagina 14, hetgeen gaat over het fietspad, de terzake
doende opmerking mist welke door hem is uitgesproken in verband met buitenparlemen
taire acties wanneer de noodoplossing door zou gaan.
De terzake doende opmerking dat wellicht door deze noodoplossing buitenparlementaire
acties zouden volgen wenst hij toch wel opgenomen te zien.
De heer van de Merbel merkt ten aanzien van punt 7 op pagina 6 op dat de zinnen
"wethouder Fakkers toont aan de hand van stukken aan dat het plan geheel in over
eenstemming is met hetgeen in januari is besloten. De heer van de Merbel stemt met
dit laatste in" onjuistheden betreffen. Ter vergadering heeft wethouder Fakkers de
stukken tot zich genomen en daarin gekeken. Op zijn vraag wat zijn bevindingen waren
heeft wethouder Fakkers medegedeeld dat er stukken inzaten van april 1982; ergo het
plan was niet geheel conform. Dat hij zich daartegen op dat moment niet meer lijfelijk
heeft verzet is vers twee. De zaak was voor hem hiermee namelijk over.
Het is nu niet juist genotuleerd enhijwenst hierom wijziging en een correcte weergave
van de door hem aangehaalde zinnen.
Vervolgens merkt hij ten aanzien van punt 12 op bladzijde 10, de 15e regel van onder,
op, dat tussen de woorden "centrum" en "te veel" het woord "niet" moet worden ge
plaatst. Door hem is juist het tegenovergestelde beweerd, hetgeen ook blijkt uit de
zin die er na komt.