-12- Hij merkt op, wil de gemeente op een juiste manier met het geld omgaan, dat het college op het juiste tijdstip moet kunnen inhaken, hetgeen door het delegatiebesluit kan worden bereikt. De heer van de Merbel deelt mede, dat zijn fractie accoord gaat met dit voorstel. Zijn fractie ziet er de praktische kant van in en heeft reeds bij een eerdere gelegenheid de suggestie gedaan om het zo te regelen zoals nu wordt voorgesteld. Hij neemt aan, dat het hier een delegatiebesluit betreft waarbij het gaat om het aangaan van vaste geldleningen tot een totaal som van maxi maal ƒ.1.500.000, De voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad het geval is. De heer van de Merbel vraagt met betrekking tot eventuele intrekking of het zinvol is om voor dezelfde methodiek te kiezen zoals die wordt ge hanteerd bij de delegatie voor het aangaan van kasgeldleningen. De voorzitter antwoordt, dat dit best kan en dat dit zal worden gedaan. De heer van de Merbel zou graag zien, wanneer het college mededeling doet in de eerstvolgende raadsvergadering nadat het de lening is aangegaan, ook de desbetreffende offertes ter inzage ligt voor de raad. Een ambte lijk advies in deze beschouwt hij als een offerte. De voorzitter antwoordt, dat het college de raad in ieder geval duidelijk inzage zal geven hoe het gehandeld heeft met betrekking tot het aangaan van een vaste geldlening. De heer Koevoets zegt, dat zijn fractie de laatste opmerking van de heer van de Merbel ook het college zou hebben voorgelegd. De raad is uiteindelijk toch in deze verantwoordelijk en het gaatuiteinde lijk toch niet om een gering bedrag, namelijk ƒ.1.500.000, De rasld besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 14. Rondvraageventueel schriftelijk gestelde vragen). De voorzitter deelt mede, dat door de heer de Vos een schriftelijke vraag is ingediend inzake het fietspad langs de Parallelweg. Hij zegt nog, dat het gesprek met het provinciaal bestuur nog niet heeft plaatsgevonden. Dit gesprek zal 4 november aanstaande plaatsvinden. De heer de Vos vindt dit jammer. Hij heeft trouwens wel gezien dat er een oplossing voor gevonden is. Er kan op dit ogenblik van Fijnaart naar Oudemolen wordën gefietst zonder dat er ook maar één stukje berm kan wor den geraakt. Met straatstenen is er reeds een oplossing gemaakt op de plaats waar het drangrek heeft gestaan. Er is tevens een mooi stukje sierbestrating uitgevoerd, teneinde de handwijzer te kunnen laten staan. Deze handwijzer staat nu namelijk midden op het fietspad. Hij vraagt verder of kan worden aangegeven wat de planologische problemen zijn bij de kopoplossing bij de van Heemstralaan. De voorzitter antwoordt, dat de commissie Ruimtelijke Ordening binnenkort bijeenkomt. In de vergadering zal dit dan allemaal worden besproken. Hij wil nu niet graag vooruitlopen op de vergadering van de commissie Ruimte lijke Ordening, waarin deze zaak aan de orde zal komen. De heer de Vos zegt, dat het hem als zodanig niet om de oplossing van het probleem gaat, maar om het probleem zelf. De voorzitter antwoordt, dat het probleem als zodanig in de commissie aan de orde komt. Het advies van deze commissie zal het college bereiken, waarna het geheel de raad zal worden voorgelegd, voor zover dat nodig is. De heer de Vos merkt op, dat in de brief van het college als antwoord op zijn brief staat dat het de bedoeling is om het fietspad uitsluitend open te stellen voor fietsers en dat de bromfietsers gebruik zullen moeten blijven maken van de hoofdrijbaan. In het verleden is gezegd dat het fietspad zou worden gebruikt door fiet sers en bromfietsers.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 147