Zijn fractie vond ook de hearings zo goed als waardeloos, hetgeen destijds ook reeds naar voren is gebracht. De voorzitter merkt nog op, dat het antwoord dat de heer Lauwers heeft gegeven inzake het parkeerterrein aan de Achterweg ook datgene is dat hij gegeven zou hebben. De heer van de Merbel zegt, dat hem aanspreekt in het gehele plan dat er sociale woningbouw gepleegd wordt aan de Voorstraat-Molenstraat. Bij dit aspect zet hij duidelijk een pluspunt. Per slot van rekening worden op zijn minst een achttiental woningzoekenden aan een woning geholpen. Hij denkt dat het gewoon niet op te .brengen is om dit plan nu tegen te houden, temeer daar er geen duidelijk redelijk alternatief aanwezig is. Het gaat om een hoekoplossing, waarvan gezegd kan worden dat het finan cieel verantwoord is. Hij zegt, dat gepleit is voor een bredere afrit. Hij zou graag willen pleiten voor een veiligere afrit, echter alleen wanneer de noodzaak aanwezig is daadwerkelijk een afrit aan te leggen. Hij denkt.dat dit laatste wel nodig zal zijn. Blijkens het voorstel houdt het college dit nog open. De voorzitter merkt op, dat het college zich heeft verplicht om betreffende de afrit met een voorstel bij de raad te komen. Het is aan de raad om hierover vervolgens te beslissen. De heer van de Merbel zegt, dat dit duidelijk is. In feite hoeft er over dit punt dan in deze vergadering geen beslissing te worden genomen. De heer van Dueren den Hollander deelt mede, dat hij en zijn mede-fractie leden over deze zaak al voor de derde maal, ook in conclave als fractie, over gesproken hebben. Deze gesprekken zijn niet altijd even gemakkelijk, soms zelfs bijzonder moeilijk geweest. H Hij merkt op, dat door de voorzitter op het betoog van de heer van Dis op een gegeven moment is geantwoord met: "Ik ben er van overtuigd dat ik de heer van Dis niet kan overtuigen", dit gezien hetgeen hij had ingebracht. Hij constateert na verschillende mede-raadsleden te hebben gehoord, dat door niemand zal worden gezegd dat voor dit plan, dat de raad thans wordt voorgelegd, een schoonheidsprijs is weggelegd. - Er zal een uitspraak van de raad worden gevraagd in deze. Hij bekent heel eerlijk dat in alle keren dat hij moest/ stemmen zijn gemoed tot aan het eind nog nooit zo zwaar belast is geweest als bij deze zaak. Naar zijn mening moet vanzelfsprekend centraal staan dat door middel van dit plan 18 woningen zullen worden gebouwd waarmee minstens achttien mensen zijn geholpen. Hij is het volledig met zijn fractievoorzitster eens dat als het zo is dat bij de gemeente als het ware een beslissing geforceerd wordt er een harde houding dient te worden aangenomen ten einde het geheel bestuurbaar te houden De heer van Dis zegt, dat wanneer nu dit soort beslissingen worden genomen er in feite beslissingen worden genomen over het hele plan. Het had het beleid van het college moeten zijn om met een afgerond plan te komen voor dit gedeelte van het centrum. De raad weet nu niet wat de volledige consequen ties zijn van dit plan nu op deze wijze zal worden gebouwd aan de hoek Voorstraat-Molenstraat met daarbij de afrit die in een .later stadium aan de orde zal komen. Hij stelt, dat het college in geen enkel geval iets heeft meegenomen uit het geen tijdens de hearing naar voren is gekomen. Niemand van de insprekers is voor de oplossing die nu wordt aangeboden, hetgeen duidelijk na het lezen van de betreffende verslagen kan worden geconcludeerd.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 100