-15- Ook mevrouw Ockels en Rudi van harte gefeliciteerd met deze dag. Ik wens U in Uw ge meente in Uw nieuwe ambt met Uw gezin Gods onmisbare zegen toe, want het is toch bij hem in wiens handen ons leven is en bij wie al onze paden zijn. Ik geloof dat ik kan zeggen, vriend Ockels, dat we na de voorbije maanden kunnen zeggen wat het betekent om tussen hoop en vrees te leven. Ik geloof dat de vriendschap wel zo ver ging dat we beiden hoopten dat U burgemeester werd. Ik denk dat U wel eens gevreesd hebt dat U het niet zou worden en ik heb gevreesd dat ik U zou moeten missen. Dit is dan bij de ze gebeurd. Nochtans mijn gelukwensen ermee. Toen U zes jaren geleden, dus in 1974, als eenmansfractie van de WD in onze gemeent- raad Uw intrede deed en bij de voorbesprekingen voor de wethoudersverkiezingen ook ii de diverse fracties het profiel werd geschetst dan kan ik U rustig zeggen dat U niet aan dat profiel voldeed. Dat U toch wethouder werd daar hebben we nooit spijt van ge kregen. In één van die besprekingen heb ik nog gezegd: "Ja, meneer Ockels, het is de gewoonte dat er gewerkt wordt", dus eigenlijk had ik niet veel verwachting van U. De tijd heeft geleerd dat U aan alle goede verwachtingen volledig hebt voldaan en zelfs boven verwachting. Ik wil U hartelijk danken voor het vertrouwen dat U mij in die zes jaar hebt gegeven. Ik hoop dat ik U nooit heb beschaamd, maar in ieder geval mijn hartelijke dank. Ik zou zeggen, ik wens U geluk, nee, dat zeg ik niet. Raad, College gemeente, ik wens U geen geluk, U hèbt geluk. Dat kan ik gerust zeggen nu Ude heer Ockels als burgemeester hebt gekregen. Er is al even gesproken over een lijfspreuk. U kent wat betreft het besturen ook mijn lijfspreuk en ik geloof als U die lijfspreul ter harte neemt bij het doorhakken van knopen of het laten doorhakken van knopen ("De letter maakt dood en de geest maakt levend") U in de Fendert in de "Goede Aerde' valt. Dank U wel. Applaus. Wethouder Pakkers Dank U wel. Aleer wij dit officiële gedeelte besluiten stel ik onze nieuwe burgemees ter gaarne in de gelegenheid te reageren op de woorden tot hem gesproken. Burgemeester Ockels: De gesproken woorden van de heren Evers, Bos, van Dis en Van der Werf kan ik eigenlijl in een keer noemen, want ik ben niet van plan om op het politieke gedeelte in te gaan. Ik zou zeggen, dan gaat U gezellig als U daar nog niet uit bent met elkaar nog maar eens over praten. Ik heb in het verleden ook vele uren daaraan besteed. Niet dat dat niet goed is, maar mij wacht een andere taak en daarom ga ik niet in op het politieke gedeelte. Ik heb daarstraks reeds gezegd dat ik er geen enkele moeite mee heb. Ik heb het ook allemaal goed gehoord. Ik zal het verwerken voor zover het voor mij in mijn functioneren hier als burgemeester een zinvolle zaak is, want dat is wel iets wat dus aan de orde is. Heel hartelijk dank voor de verwelkomingswoorden. De één zegt het wat anders dan de ander, maar het is dat U gewoon zegt: "Meneer Ockels begin er maar aan. Je krijgt een redelijke kans. Het is ook in ons belang. We moeten met elkaar daaraan gaan wer ken" Wij zijn van plan om ons hier zo gauw mogelijk thuis te voelen. We zullen even een paar dagen met de verhuizing zitten en dan tegen het einde van de volgende week zijn we hier volledig gevestigd. Woensdag morgen om acht uur staat de verhuiswagen hier als het goed is. Nogmaals hartelijk dank voor de verwelkomingswoorden. Secretaris, ik kan wat betreft te^n U heel kort zijn, want ik hoop maandagmorgen direkt als eerste uiteraard met U en de ambtenaren verder kennis te maken. Ik hoop dat op een manier te doen van rustig aan, bij ieder eens langskomend en te kijken hoe de zaak allemaal reilt en zeilt zonder dat ik de zaak te veel lastig val. In het begin val ik alleen maar lastig. Daar ben ik van overtuigd. Ik ben in het begin alleen maar lastig omdat ik hier niets weet en veel moet vragen. Dank overigens voor Uw woorden en voor de benadering van hoe op het ogenblik een secretaris en burgemeester functioneren, maar ook de symptonen die er zijn waardoor wijzigingen van het patroon optreden. Daarmee moet dan meer rekening worden gehouden. Ik vind het bijzonder fijn dat U die dingen aan de orde stelt.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 98