-14- De voorzitter vindt dat de brieven zeer voor zich spreken, met name de brief van 4 oktober 1979. Hij zegt dat het inderdaad gedeeltelijk een fout is van de gemeente. De brief geeft het volgende weer: "In verband met moeilijkheden met betrekking tot de afgifte van de bouwvergunning werd de aanvraag om premie niet gelijk in juli 1977 in behandeling genomen. Toen de behandeling op 2 april j.l. plaatsvond bleek dat de nieuwe tekening van het gewijzigd bouwplan nog moest worden opgevraagd, waarbij niet uitdrukkelijk werd vermeld dat de aanvrage vóór 1 mei daaraanvolgend bij de Provinciale directie van de Volkshuisvesting moest zijn ingediend. Voor deze gemaakte omissie bieden wij U onze verontschuldi gingen aan". raa<l besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. 20De rondvraag (eventueel schriftelijk gestelde vragen). De voorzitter zegt dat er een vraag is ingekomen van de zijde van de heer van Dis, en vraagt aan de heer van Dis of de antwoorden op zijn vragen hem nog aan leiding geven tot het stellen van nadere vragen, of het maken van opmerkingen. De heer van Dis zegt dat hij het College zeer erkentelijk is over de wijze van beantwoording van de vragen. Hij meent dat een paar dingen toch wel even gesteld moeten worden. Hij constateert dat de gemeente toch weer een tiental arbeids plaatsen heeft verloren. Hij weet niet of er nog meer problemen zullen komen voor de gemeentelijke werkgelegenheid. Hij vindt het een uitermate belangrijk punt dat de gemeente zelf industrieterrein heeft liggen en dat de gemeente nu gecon fronteerd wordt met aanbiedingen van industrieterrein op Dintelmond, waarvan de gemeente geen exacte prijzen weet. De gemeente wordt daardoor beconcurreerd. Een van deze bedrijven is nu via het makelaarskantoor Kok te koop aangeboden, zowel de bebouwing als de terreinen. Hij vraagt of het College contact wil op nemen met deze makelaar en evenzo met de curator van de andere betrokken onder neming, waarvan het bedrijf misschien nog niet te koop is, maar dat dan hoogst waarschijnlijk publiekelijk verkocht zal gaan worden. Hij vindt het juist wanneer het College met deze mensen nu contact op gaat nemen en hen uitdrukkelijk de op vattingen van de WD-fractie weergeeft. Opvattingen over welke soort industrie zijn fractie graag gevestigd ziet en welke industrie juist niet. Graag zou zijn fractie ook willen weten welke prijzen er door deze betrokkenen worden gevraagd. Hij denkt dat dit dan misschien de eigen verkoopactiviteiten kan beïnvloeden c.q. dat door dit kan worden bezien hoe er als gemeente gehandeld dient te gaan worden met de industrieterreinen die nog in haar bezit zijn. De voorzitter zegt dat de heer van Dis uit het antwoord op vraag 7 heeft kunnen lezen dat het College zelf actie onderneemt en dat de resultaten uiteraard afhanke lijk zijn van derden. Opvattingen over de te vestigen industrieën zijn tijdens gesprekken weergegeven. Een andere mogelijkheid die de gemeente openstaat bij het vestigen van bedrijven is de hinderwetsvergunning. Andere mogelijkheden heeft de gemeente op dit terrein niet zo veel. Hij zegt dat het nu eenmaal zo is dat het met name bij faillissementen een zaak is tussen schuldeiser en betrokkene(nTot op heden is de gemeente niet op voorhand in de moeilijkheden bij de betrokken bedrijven gekend. De actie die de gemeente zelf heeft ondernomen en onderneemt in de zin van het wijzen op mogelijkheden die er zijn wanneer kandidaten voor het industrieterrein zich aandienen, is een verantwoordelijkheid van het gemeente bestuur. Hij denkt dat het gemeentebestuur dan ook tegemoet komt aan hetgeen de heer van Dis stelt. De heer van Dueren den Hollander zegt dat de heer van Dis bij zijn vraagstelling begint met het uitspreken van een zekere bezorgdheid dat de Fijnaartse bedrijven in moeilijkheden verkeren; een bezorgdheid met een uitstraling naar het personeel dat er werkt. Volgens hem zijn er wel oorzaken aan te wijzen voor die moeilijk heden. Hij zegt dat er onderandere gedacht kan worden aan de hoogte van de grond aankoop. In der tijd heeft het bedrijf Van der Have, een Fijnaarts bedrijf, op een andere manier grond verworven dan bijvoorbeeld deze bedrijven.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 82