-9-
Hij vindt dat de gemeente met deze verkeerde achtergrond toch de ƒ.3.000,-- heeft
geboden. Hij zou het goed vinden als het College namens de raad een beroep op
"de Striene" doet om de redelijkheid van dit alles in te zien. Het gaat hier om
een laaggelegen stukje grond wat met de regen van de laatste dagen onder water
komt te staan. Rekening houdend met het feit dat de gemeente toch een vergissing
heeft gemaakt door het uitbrengen van het bod van ƒ.3.000,-- en rekening houdend
met het feit dat "de Striene" daaraan toch wel zekere morele rechten kan ontlenen,
is hij van mening dat het mogelijk moet zijn om op een redelijk bedrag akkoord
te geraken.
De heer van Dueren den Hollander merkt op dat het "heel belangrijk" is hoe de
verslaggeving in de kranten over dit onderwerp zal zijn. Daar deze verslaggeving
er eerder zal zijn dan de berichtgeving van de gemeente aan de hand van de be
sluitvorming in deze raad acht hij dit toch wel "heel belangrijk" voor het uit
eindelijke gebeuren dat toch ooit zal moeten plaatsvinden.
Hij zegt dat de heer van Dis een juiste beschouwing over de hele zaak heeft gege
ven. Hij rondt zijn betoog dan ook af door te zeggen om alsnog tot een overleg
te komen met "de Striene" om te komen tot een redelijke prijs.
De voorzitter zegt niet in te gaan op de beantwoording van hetgeen is gezegd.
Hij concludeert dat de raad in grote meerderheid het voorstel van de heer
Kannekens ondersteunt. Hij zegt vervolgens toe dat opnieuw in overleg getreden
zal worden met "de Striene" en sluit hiermede de discussies over dit agendapunt
af.
15. Voorstel tot aankoop grond van de Provincie Noord-Brabant/31e wijziging gemeente
begroting 1980. Volgnr. 80-VI-59.
De heer van Dis zegt dat een gedeelte van het terrein waarschijnlijk zal worden
verhuurd. Hij vraagt of het College met de eventuele kandidaat al overleg heeft
gepleegd over het feit of deze accoord gaat met een prijs gebaseerd op de aankoop
prijs.
De voorzitter antwoordt dat dit is gebeurd.
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
16. Voorstel inbrengen bezwaren tegen ontwerp-begroting 1981 van het Streekgewest
Westelijk Noord-Brabant (toevoeging aan algemene reserve). Volgnr. 80-VI-56.
De heer van de Merbel zegt dat hij bij het lezen van het voorstel gelijk een punt
zag dat hij graag uitgediept zou willen hebben in een vergadering van de commis
sie Financiën. Hij ziet er wat cijfers staan en hij zegt dat hem dat altijd een
beetje aantrekt. De rente van 9% wordt berekend over de toevoeging die men pleegt
in 1981. Hij trekt hieruit de conclusie dat men gelijk al over een toevoeging in
het jaar zelve een rente toevoegt. Dit houdt dan wel in dat het Streekgewest op
Nieuwjaarsdag de bijdrage zou moeten ontvangen.
Het zegt dat dit maar een kleine aanleiding is om te komen tot de conclusie dat
hier redenen aanwezig zijn tot het bijeenroepen van de commissie Financiën.
Hij heeft enige waardering voor het feit dat intussen het College, hoewel daar
toe niet gerechtigd, toch iets gedaan heeft. Hij laat in het midden of hij de
handelwijze van het College juist vindt.
Hij stelt voor om deze zaak alsnog in de commissie Financiën te behandelen, om
vervolgens een voorstel met het advies van deze commissie voor te leggen aan de
raad
De heer Kannekens vindt dat de renteberekening zoals deze in het voorstel is weer
gegeven juist is. Het bedrag waarover de rente wordt berekend is het saldo van de
reserves per 1 januari 1981. Over dat bedrag wordt dan vanzelfsprekend de rente
berekend want dat geld is er.
Hij meent, dat als alle financiële handelingen van de raad en het College van
burgemeester en wethouders in de commissie Financiën behandeld moeten worden, de
leden van de commissie iedere week bij elkaar moeten komen.
De voorzitter zegt dat de suggestie van de heer van de Merbel om deze zaak te be
handelen in de commissie Financiën door het College wordt overgenomen.