-2- Zou het mogelijk zijn om burgers gebruik te laten maken tegen betaling van een be paald tarief van bestaande bejaardenvoorzieningen met een eigen mortuarium? Zijn er gegevens bekend omtrent de mortaliteit van de laatste 5 jaren in de gemeente en dan met name bij de bewoners van de Fine Aerde c.q. het bejaardentehuis? De voorzitter zegt, dat het inderdaad zó is dat er prijsstijgingen hebben plaatsge had. Dit heeft men kunnen constateren in het voorstel van het College. Er zijn geen consequenties ten aanzien van de onderhandse inschrijving, omdat het plan met de betrokken aannemer is doorgesproken. De consequenties van de brieven van Bouwtoezicht West Brabant ten aanzien van het nieuwe schetsplan zijn ook door gesproken voordat het College met dit voorstel naar de raad kwam. Omtrent de 30 gebruikers van het mortuarium deelt hij mede, dat dit een ervarings cijfer is taiaanzien van het gemiddeld aantal mensen, dat per jaar in Fijnaart over lijdt. Op de vraag of het al dan niet een taak van de raad is om een mortuarium te stichten deelt hij het volgende mede: De wens om te komen tot een stichting van een mortuarium is met name bij de bevol king van Fijnaart en Heijningen naar voren gekomen. De ruimte die er op dit moment is bij het Fendertshof is niet toereikend en niet te gebruiken voor dit soort zaken® Mede gezien de wens van de zijde van de politie om ruimte te hebben voor het opba ren van verkeersslachtoffers etc. is het nu de taak van de raad om te beslissen al dan niet over te gaan tot de bouw van een mortuarium. Gegevens omtrent de mor-tali- teit van bewoners van het Faidertshof kan hij niet geven. Hij zegt dat het Fenderts hof zeer zeker gebruik zal gaan maken van het mortuarium. De heer Munters meent dat het getal 30 best vermenigvuldigd mag worden met ander half. Vervolgens vraagt hij wie ten aanzien van punt 3 van het voorstel, te weten het toepassen van een paalfundering in plaats van fundering op staal in verband met de zeer geringe afstand tot de C.A.I.-mast, moet betalen. De voorzitter antwoordt hierop, dat in beide gevallen het de gemeente is die er gaat bouwen. De heer Kannekens zegt dat wanneer er geluisterd was naar degenen die een beroep hadden aangetekend er tien jaar geleden al was gebouwd. De bouw zou dan veel minder gekost hebben dam nu het geval is. De heer Bos merkt op dat er in het verleden in het bejaardencentrum een beperkte ruimte aanwezig was die beslist niet aan de nodige eisen voldeed, daar er namelijk o.a. geen koelcirculatie aanwezig was. Hij meent dat nu bij de verbouwing van het bejaardencentrum zelfs hierin niet meer is voorzien. Men heeft bij de verbouwing gerekend op hetgeen vandaag in de raad wordt besloten. Hij wijst er op dat er wei- nig huizen zijn in Fijnaart om een overledene thuis op te baren. Het wordt ook steeds moeilijker om de overledenen in een ziekenhuis onder te brengen, dit vanwege overbezetting. Het aantal overlijdens is meegevallen in de Fine Aerde, maar ook in het Fendertshof omdat dit al een paar jaar onderbezet is geweest vanwege de verbou wing. Hij acht de bouw van een mortuarium noodzakelijk. De voorzitter constateert, dat de woorden van de heren Munters, Kannekens en Bos een duidelijke onderstreping zijn van het voorstel van burgemeester en wethouders. Prognoses omtrent het gebruik zijn moeilijk te geven. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 5Beslissing bezwaarschrift FLoenderslootAppelaarseweg 24 Fijnaart tegen besluit van burgemeester en wethouders tot verlening van een voorwaardelijke bouwvergun ning. Volgnr. 80-V-47. De heer Bos zegt dat dit beroepschrift gaat over het al dan niet in gebroken wit stucwerk spuiten van de woning. In de raadsstukken heeft hij gelezen dat Bouw- en Woningtoezicht helemaal geen bezwaren hebben. Hij ziet daarom niet waarom dit niet zou kunnen. Hij meent dat het verslag van de commissie erg summier is. De heer van Halderen deelt mede dat er een volksgezegde is dat zegt waarin een klein land groot kan zijn. Dit heeft dan meestal betrekking op de charitatieve in stelling van de gemiddelde Nederlander wanneer er rampen plaatsvinden in andere de len van de wereld. Hij zegt met het oog op dit gezegde, dat een kleine gemeenschap klein kan zijn. Uit de stukken heeft hij begrepen dat een aantal dingen niet comme il faut verlopen zijn.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 61