-4- e voorzitter antwoordt, dat ingevolge artikel 83 van de gemeentewet de burge meester een onderscheidingsteken draagt zoals door de Kroon bepaald. In het KB van 16 november 1852 staat dat wanneer de burgemeester optreedt als voorzitter van de raad hij de ambtsketen met een penning moet dragen die een door snede van 40 strepen moet hebben. Op de achterzijde van de penning dient het wa pen van de gemeente te staan, alsmede het woord "burgemeester" met de naam van de gemeente. De gemeente Fijnaart en Heijningen heeft nu een wapen met een kroon erop hetgeen goedgekeurd is door de Hoge Raad van Adel. Op de nieuwe penning dient daarom nu het wapen met de kroon te komen. Op de huidige penning stond alleen vermeld: "burgemeester van Fijnaart"; terwijl er volgens genoemd KB op moet staan "burgemeester van Fijnaart en Heijningen" alsmede op de achterzijde het rijkswapen. Hij zegt verder dat, toen de penning ter discussie werd gesteld, door de heer van Dis is voorgesteld om bij de ingebruikneming van het nieuwe gemeentehuis te beschikken over een nieuwe keten. Tot slot deelt hij nog mede, dat degene die de burgemeester vervangt en de gemeen teraad voorzit de ambtsketen moet dragen. Daarnaast is ingeval van de openbare or e, samenscholing en samenzwering het dragen van een ambtsketen door de burge meester verplicht. De heer Kannekens zegt dat het persbericht over de aanschaf van een nieuwe ambts keten in de gemeente Fijnaart en Heijningen een andere mening heeft vertolkt waardoor een bevreemding bij burgers van de gemeente is ontstaan. Hij betreurt dit - 6 r besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 14Toelatingsbeleid ten opzichte van leerlingen afkomstig uit andere gemeenten naar openbare lagere scholen in Fijnaart en Heijningen. Volgnr. 80-IV-38. De heer Lauwers gaat in op de notulen van de vergadering van de Commissie Onder wijs en komt tot de conclusie dat hoofdzakelijk is gesproken over de financiële aangelegenheden (de kosten bij eventuele toelating van de kinderen) en dan pas over het belang van de kinderen die nu helemaal geen onderwijs meer volgen. ij vindt het voorstel van burgemeester en wethouders een gevaarlijk voorstel, want hij vraagt zich af wat er in de toekomst gedaan moet worden met de grens gevallen. Er zitten reeds kinderen die dicht bij Fijnaart wonen op de lagere school in Fijnaart. Hij vindt het vreemd om de kinderen, die als gevolg van onenigheid met het schoolbestuur van de gemeente Willemstad nu geen onderwijs meer vo gen, de specifieke grensgevallen, hiervan nu uit te sluiten. Verder is het hem niet duidelijk wat nu precies het verschil is tussen openbare en bijzonde re scholen. Bij een bijzondere school beslist het schoolbestuur over de toelating van kinderen, bij een openbare school is deze beslissing in handen van de gemeen teraad. Vervolgens benadrukt hij dat het maar om drie kinderen gaat. Hij vindt dat het voor raadsleden, die uit hoofde van hun functie deel uitmaken van het bestuur van een openbare school en tevens lid zijn van het schoolbestuur van een bijzondere school, erg moeilijk is om hier over dit voorstel een beslis sing te nemen. Heel belangrijk voor hem is om te weten of een kind uit de gemeente Willemstad in de gemeente Fijnaart en Heijningen op een bijzondere school direct wordt toege- Ten aanzien van de grensgevallen ziet hij graag dat het voorstel als zodanig wordt gewijzigd. De heer van Dis vindt het voorstel van burgemeester en wethouders geen gelukkig voorstel. Hij dacht dat de verhouding tussen het openbaar- ert bijzonder onderwijs in de gemeente aan het verbeteren was. Met dit voorstel wordt deze verhouding ver stoord, hetgeen hij betreurt. Hij betreurt het ook dat dit voorstel de raad is aangeboden, zeker gezien het feit dat in het verleden, wanneer dit feit zich voor eed, het College van burgemeester en wethouders nooit met een dergelijk voorstel kwam. Vervolgens gaat hij in op de feitelijke situatie. Xdi l6D

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 55