-12- feei? antwoord gehad wanneer er met de aanleg wordt begonnen en binnen welk tijdsbestek het kan worden gerealiseerd. Op het te betalen bedrag aan huur 1 hij thans niet ingaan, omdat deze eerst nog in de Commissie Onderwijs, Culturele Jeugd- en Sportzaken en de Commissie Financiën ter sprake zullen moe- en komen. Ten aanzien van een detachering van een WSW'er merkt hij op, dat het onderhoud van de tennisbanen veelal 's-avonds zal moeten gebeuren. Voor zover hem bekend mag een WSW'er geen avondwerk verrichten. Men dient hiermede toch b*l:: ïrv: h a houden, zodat de begroting op dit punt nog kan worden H* rn! r woorden van de heer Munters heeft hij niet kunnen opmaken of de CDA fractie er voor is om het bedrag ineens af te schrijven van de reserves. vanTsi? OOO dee^rhe^ mede' dat door de heer Munters is gezegd: "Een bijdrage van 817.000,-- a fonds perdu spreekt zijn fractie wel aan", Hieruit meent hij te mogen opmaken, dat zijn fractie er niet onwelwillend tegenover staat. De heer van Dis merkt ten aanzien van het antwoord over de financieringswijze op, dat het een kwestie is van vestzaak-broekzak. Dit is niet juist, want als et als jaarlijkse last op de gemeentebegroting wordt verantwoord ziet de raad het goed. Bovendien houdt de gemeente dan altijd nog de rent (a 7%%) van de andere ƒ.400.000,— ter beschikking. Hij heeft ook geen antwoord gehad op zijn opmerking van hoe vlugger de gemeenterekeningen worden vastgesteld hoe vlugger de overschotten worden opgesoupeerd. Men moet er wel rekening mee houden, dat men nu bij is met het opmaken van de gemeenterekeningen en we dit in de toekomst niet meer kunnen doen. In zoverre blokkeren we ons zelf. Dit is voor hem de re den om alleen dan vóór het voorstel te stemmen indien het college zich houdt aan het aanvankelijke voorstel om ƒ.400.000,- ten laste van de reserves te brengen. Omtrent het binnengebeuren merkt hij op, dat er in de gemeente geruchten circu- ïe tWer1 toekomstige huurders hierover verschillende opvattingen hebben. J heeft horen fluisteren, dat er van een vereniging al een aanvraag zou zijn binnen gekomen om een financiële bijdrage. Of is het een suggestie van deze vereniging, dat aan deze gebouwen voor ƒ.75.000,— verbouwd zou moeten worden'' De andere vereniging zou bereid zijn om toch de nodige zelfwerkzaamheid te ver richten. Indien hierop antwoord zou kunnen worden gegeven zou het college de raad een plezier doen. De heer Munters merkt op dat indien uit zijn woorden in eerste instantie niet zou blijken dat zijn fractie voldoende waardering had voor dit voorstel, dan wil hij thans nog wel herhalen, dat zijn fractie hiervoor wel waardering heeft en oo van mening is dat deze zaak zo spoedig mogelijk tot een goed einde moet wor den gebracht. De door hem gemaakte kanttekeningen wil hij onverkort handhaven. en moet zich echter goed realiseren indien er nu tot de aanleg wordt besloten, dat het gebeurd is. Aan de andere kant moeten zaken, die nog op uitvoering wachten, hierdoor niet worden geblokkeerd. Hierop had hij gaarne nog een ant woord. Met de opmerking van de heer van Dis over de tewerkstelling van een er is hij het eens. In de begroting staan ook 474 uren vermeld voor werk zaamheden van leden van de verenigingen, die voornamelijk betrekking zullen heb ben op avonden en weekends. Het aantal overuren zou dus nog best kunnen mee vallen. Zijn fractie heeft geen moeite met dit voorstel, doch zou toch wel gaarne vernemen hoe het staat met de prioriteiten opdat de raad door aanneming van dit voorstel straks niet met de rug tegen de muur komt te staan. In een verslag van de vergadering van de commissie financiën heeft hij gelezen, dat er voor het binnengebeuren nog ƒ.100.000,- tot 150.000,- nodig zou zijn. Dit moet hieraan toch wel worden vastgekoppeld. Wordt dit niet gedaan dan zal de raad het verwiit worden gemaakt, dat het niet goed is gedaan. Hij wil daarom exact weten wat de Dereidheid van de verenigingen is om hieraan zelf iets te doen. Hij vraagt of er in het verleden geen fout is gemaakt door te weinig geld te enen en teveel uit de reserves te putten. Indien men nu geld moet gaan lenen wordt men wel met de dure rente geconfronteerd. De voorzitter is het met de opmerking van de heer Bos eens.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 47