-11- op de vraag of Het is een daad van goed bestuur om de onderhoudskosten zo gering mogelijk te doen zijn. Dit neemt echter niet weg als er voorzieningen worden aangelegd er ook onderhoudswerkzaamheden aan zullen moeten worden verricht. Hetgeen door de heer van Dis over de financiering ineens is opgemerkt is juist. nu reeds het overschot van de nog niet vastgestelde gemeenterekening 1978 moet worden aange wend deelt hij mede, dat bij het college nog die motie lag alsmede het feit, dat er sedert eind 1977 reeds onderhandelingen werden gevoerd. De ontwerp-gemeen- terekening had een gunstig resultaat vandaar dat het college hiervoor heeft ge kozen. Het college is het daarom niet eens met de suggestie van de heer van Dis om alleen de ƒ.400.000,— uit het Investeringsplan hiervoor te nemen en de rest maar jaarlijks ten laste van Gewone Dienst van de gemeentebegroting te brengen. Door de heer van Dis is ook opgemerkt, dat het niet juist zou zijn, dat voor het onderhoud een WSW kracht in de begroting wordt opgenomen. Hij wil hierop antwoor den, dat er bij het Werkvoorzieningsschap in Roosendaal ruim 2100 personen werk zaam zijn, terwijl dit Werkvoorzieningsschap nog zit te springen op detacherings objecten waar de mensen zinvolle arbeid kunnen verrichten. Hij deelt de heer Munters mede, dat het college het eens is met zijn opmerking over het ineens af schrijven van de ƒ.817.000,-- ten laste van de reserves. De vraag van de heer Munters wat dit inhoudt voor de prioriteiten in 1980 vindt hij van principiële aard, die de raad toch wel voor ogen moet houden. Mede gelet op bestek '81 zal de gemeente binnen het Investeringsplan moeten komen tot een hergroepering van de prioriteiten. De gemeente krijgt inderdaad 6 punten minder uit het Gemeentefonds hetgeen neerkomt op ongeveer ƒ.35.000,-- minder uitkering per jaar. Daarmede moet ook rekening worden gehouden. Naar zijn mening zal de commissie financiën binnen niet al te lange tijd zich moeten gaan buigen over een eventuele herzie ning van het Investeringsplan. In de vergadering van deze commissie zouden dan tevens de reserves op een rijtje kunnen worden gezet. Er blijft - aldus de heer Munters - altijd nog een redelijke last over, omdat aan de ene kant de baten zijn de sportbeoefening en aan de andere kant de huur opbrengst, die niet hoog is. De tennisvereniging krijgt 4 banen en zal hiervoor ƒ.3.000,-- per baan per jaar moeten betalen, terwijl de korfbalvereniging ƒ.1500, voor het veld per jaar zal moeten opbrengen. Ten aanzien van de inrichting van het binnengebeuren (akkommodaties e.d.) deelt hij mede, dat er kortgeleden be sprekingen zijn gehouden met het bestuur van de Kieviten en de Tennisvereniging Fijnaart. Bij deze gesprekken is als uitgangspunt gekozen dat de oude R.K.Kleuter school aan deze verenigingen ter beschikking zou kunnen worden gesteld. Tijdens deze gesprekken zijn er plannen naar voren gekomen hoe dit gebouw dan zal moeten worden ingericht. Ten aanzien van de inrichting van het binnen-gebeuren en de financiële consequenties hiervan heeft het college gemeend dit te moeten los koppelen, omdat het college ten aanzien van de inrichting van dit binnengebeuren van mening is, dat er ten aanzien van één partner wat meer zelfwerkzaamheid mag worden verwacht. Hierover zullen echter nog besprekingen worden gevoerd, waarbij dan tevens de inbreng van de eigenwerkzaamheid bij de aanleg ter sprake zal wor den gebracht. De saldireserve bedraagt per 1 januari 1980 ƒ.664.000,— hetgeen men kan terug vinden in bijlage II van het Investeringsplan. Over het inschakelen van de plaatselijke mensen en over het eventueel aanbrengen van bezuinigingen zal - na dat de raad hierover een positieve beslissing heeft genomen - opnieuw overleg met de daarvoor in aanmerking personen worden gevoerd. De heer Bos heeft met veel belangstelling de twee eerste sprekers alsmede het antwoord van de voorzitter beluisterd. Over de wijze van financieren merkt hij op of dat het nu ineens wordt afgeschreven, of - zoals de heer van Dis stelt - ƒ.400.000,-- uit de reserve en de rest jaarlijks ten laste van de gewone dienst maakt hem niet veel uit, want het kost toch geld. Het zwaarst weegt bij hem dat deze zaak al veel en veel te lang duurt en daar moet nu maar eens een keer een eind aan komen en zo vlug mogelijk. De heer van Dis is blij met de toezegging van de voorzitter, dat het college nog eens met betrokken verenigingen zal spreken over eventueel aan te brengen be zuinigingen

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 46