-5- Laat dan iemand die zijn aansluiting na één maand opzegt ƒ.1.500,betalen. De heer van Dis is blij, dat het college de redactie van enkele door hem genoemde bepalingen nog eens nader zal bekijken. Hoe een en ander omtrent de uittreding na één maand dient te worden geregeld daar voor zou hij willen zeggen "hef een entreegeld van ƒ.250,--". Dit is volgens hem nog een beperkt bedrag, dat voor iedereen is te overbruggen. Persoonlijk zou hij het nog wel hoger willen stellen. Indien een eigenaar en/of gebruiker na de eerste ronde aansluit moet hij wel ƒ.500,-- gaan betalen. Volgens hem zou het dan een goede zaak zijn om bij de aansluiting in eerste ronde de helft van dit bedrag te laten betalen. In eerste ronde heeft hij vergeten in te gaan op de aanvulling van artikel 8 met een lid c, die de raadsleden op tafel hebben gevonden. Gaarne wil hij hiervan de strekking vernemen. Is dit bedoeld om de vergoedingen van de oude G.A.I. binnen te krijgen? Alsvorens de verordening goed te keuren wil hij toch wel duidelijk vernemen wat hiermede wordt bedoeld. De mensen in de Westkreek mogen wel weten waar ze aan toe zijn. De voorzitter bevestigt, dat dit artikel inderdaad wordt opgenomen om de vergoe dingen van de oude GAI in Westkreek te innen. Deze redactie is tot stand gekomen na overleg met de Vereniging van Ned.Gemeenten De heer van Dis stelt ten aanzien van de opmerking van de heer Bos over het op zeggen van de aansluiting na één maand, en het betalen van ƒ.1.500,dat dan wel onderscheid dient te worden gemaakt tussen degene die in eerste en in tweede ronde aansluit. Degene die in tweede ronde aansluit moet ƒ.500,-- betalen en indien zo iemand na één maand opzegt is hij zijn ƒ.500,kwijt. Laat degene die de eerste teer aansluit dai ƒ250— betalen. Pfccht zo iemand dan ook na één maand zijn aansluiting opzeggen, dan heeft de gemeente in ieder geval van hem toch nog ƒ.250,-- ontvangen. De voorzitter wil benadrukken, dat het ontwerp van de verordening het resultaat is van de gehouden enquête waarbij circa 60% van de bevolking heeft meegedaan. De overgrote meerderheid heeft gekozen om geen entreegeld te betalen. D<=> heer van nis heeft ook in het verleden getoond hiervan geen voorstander te zijn, terwijl hij dit ook nu weer duidelijk aan de orde heeft gesteld. Er rest thans alleen nog de vraag van de heer van Dis of er voor opzegging na één maand een bedrag in rekening moet worden gebracht. Zo'n bepaling dient dan wel duide lijk te worden geredigeerd. Iemand kan na een maand ook gaan verhuizen en dan is het niet rechtvaardig om van hem een bedrag te vragen. Hij zegt toe dat het college hiervoor met een wijziging zal komen. Vervolgens stelt hij de raad voor om in 3e ronde alleen nog te discussiëren over de aanvulling van art. 8 met een lid lc, waarmede de raad instemt. De heer Lauwers stelt dat er een bepaalde moed voor nodig is voor hem om er over te beginnen. Hij is een Westkreker, die ook niet betaald heeft, hetgeen hij voor op wil stellen. Er moet een manier gevonden worden om het achterstallige geld te innen, maar hij heeft een aantal bedenkingen tegen de wijze waarop dit gebeurt. Hij vraagt of de eigenaar/gebruiker de verplichtingen die voortvloeien uit dit ontwerp-artikel kent. Een antenne op het dak plaatsen mag niet. Door wiens schuld is de eerste G^I in de soep gelopen? Worden deze mensen nu gestraft voor de fou ten van de overheid? Hoeveel klanten gaat dit de nieuwe C.A.I. kosten? Is dit in de enquête genoemd, zo niet, dan was deze enquête niet juist. Had dit in de enquête vermeld geworden dan hadden de mensen hierover hun oordeel kunnen uit spreken De heer van Halderen is van oordeel, dat de weinige haren die hij nog heeft recht overeind gaan staan wanneer op de eerste vraag slechts wordt geantwoord: "We doen dit op advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten". Naar zijn mening hinkt dit antwoord op zijn minst op één zo niet 2 benen. Het is een volkomen zwevend antwoord. Er had dieper op ingegaan kunnen worden. Deze verordening kan naar zijn mening niet worden goedgekeurd wanneer er zo terloops dit "knevel-arti kel" aangeplakt wordt. Er had op zijn minst bekend dienen te zijn - zoals ook reeds door de heer Lauwers is gesteld - wat voor verplichtingen de mensen zouden hebben

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 40