De voorzitter is van mening, dat de heer van Dis de redactie van artikel 8,lid lb
te fors vindt. Er zal echter vooraf wel eerst uitvoerig overleg met de eigenaar
en/of gebruiker worden gevoerd voordat tot toepassing van dit lid zal worden
overgegaan. Er staat echter voor de eigenaar/gebruiker ook een beroep op de
raad open. Dit artikel moet volgens hem niet zo stringent worden opgevat in die
zin dat burgemeester en wethouders alleen maar uitmaken van:"zo moet het en niet
anders". Het college kan er zich mee akkoord verklaren, dat artikel 11 lid 5c
wordt aangevuld met de door de heer van Dis voorgestelde aanvulling: "tenzij be-
voegd daartoe". Ten aanzien van artikel 13 lid 1 en 4 merkt hij op, dat het
college deze redactie niet zelf heeft bedacht doch heeft overgenomen uit een
voorbeeld van een andere gemeente. Er is met name bij het onderhoud door storings
diensten gebleken dat het nogal eens voorkomt, dat de storing niet zit in de
Centrale Antenne Inrichting zelf, doch in het toestel van de aangeslotene. Dit
is de reden dat deze bepalingen er in zijn opgenomen. Omtrent het 2e aansluitpunt
genoemd in artikel 15 deelt hij mede, dat men daar op het eerste gezicht van een
omissie zou kunnen spreken, omdat niet is bepaald of er ook voor een 2e aan
sluitpunt moet worden betaald. Hij weet dit ook niet zeker, maar denkt, dat al-
leen maar voor het eerste aansluitpunt betaald moet worden. De redactie van arti
kel 15 lid 2 slaat op bijzondere gebouwen. Volgens de omschrijving in het bestek
wordt er een onderscheid gemaakt tussen woningen en bijzondere gebouwen.
De heer Kannekens bevestigt, dat inderdaad in het bestek wordt omschreven na
hoeveel meter leiding men binnen moet gaan betalen. Dit is in de commissie uit
drukkelijk behandeld.
De voorzitter zegt toe, dat deze bepaling nog eens nader zal worden bekeken.
Hij wil toch nog wel stellen, dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de
kosten voor de aanleg en de kosten voor het gebruik van het le aansluitpunt.
Voor het le aansluitpunt, dat in de woning wordt aangebracht wordt ƒ.15,-- per
maand gevraagd. Wil iemand een 2e aansluitpunt op zijn slaapkamer dan kan dat ge
regeld worden. Dat is dan een eenmalige uitgave die aangeslotene dan zelf wel
zal moeten betalen. Omtrent de tarieven heeft de heer van Dis gevraagd waarom er
geen aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht. Hij verwijst hiervoor naar een
tweetal argumenten n.l. een enquête in 1972 waarbij toen is voorgesteld om een
bijdrage in eens te betalen, doch de meesten waren hier niet voor. Ook bij de
2e enquête was de ruime meerderheid er niet voor om een aansluitbijdrage te be
talen. Het college heeft gekozen voor de meerderheid. De vraag indien iemand na
een maand zijn aansluiting opzegt vindt hij toch wel belangrijk. Als dit het ge-
val is dan heeft de aangeslotene in feite alleen maar ƒ.15,betaald. De aan
sluitkosten zijn dan toch wel gemaakt en komen dan wel ten laste van de overige
aangeslotenen. Hij vindt het wel verstandig hiervoor een oplossing te zoeken.
Ten aanzien van de opmerking dat de financieringsbehoefte van de overheid groter
is dan geleend kan worden is hij ook van oordeel dat men moet medewerken om het
financieringstekort zo klein mogelijk te houden. Men moet echter niet vergeten,
dat de gemeente een aantal zaken aan het voorbereiden is die ook uitgewerkt die
nen te worden. Het wordt dus een kwestie van afwegen van de behoefte die in de
gemeente aanwezig is en het meewerken aan een landelijk probleem van de financiële
tekorten
Als men de redenering van de heer van Dis volgt om een bijdrage ineens te heffen
dan wordt de bijdrage per maand inderdaad lager. Op deze wijze zou men dan in ze
kere zin meewerken om het financieringstekort wat terug te dringen. Daar staat
echter weer tegenover de locale democratie, zoals die uit de gehouden enquêtes
blijkt.
De heer Bos heeft met veel aandacht naar het gesprokene geluisterd. Dat er geen
aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht daarmede is hij het eens. Door de
heer van Dis is gevraagd:" Wat gebeurt er als een aangeslotene binnen één maand
zijn aansluiting opzegt?". Hij (de heer van Dis) heeft hiervoor zelf reeds het
antwoord gegeven door te zeggen dat een nieuwe televisie-antenne ruim ƒ.1.500,--
kost.