-11-
Welnu: ik had slechts één wens: om als mens te mogen werken en als mens
geaccepteerd te worden.
Tot zover die raadsvergadering.
Leden van de raad,
Herhaalde malen is door U in het verleden geconstateerd, dat de afstand
van Den Bosch naar Fijnaart groter is, dan van Fijnaart naar Den Bosch. En
hoewel de Maasroute nog steeds niet is doorgetrokken, heb ik het gevoel, dat
de afstand van de provincie tot onze gemeente korter is geworden. Er bestaat
een goede verstandhouding met het Provinciaal Bestuur en de provinciale mede
werkers, waarvan ik vanaf deze plaats gaarne melding maak.
De aanwezigheid van de heer Houwen, die de commissaris vertegenwoordigt, stel
ik zeer op prijs.
In wethouder Fakkers, die namens het college heeft gesproken, dank ik
ook gaarne wethouder van der Werf en de beide oud-wethoudersvoor de prettige
en vooral openhartige wijze, waarop we tijdens de college—vergaderingen
met elkaar hebben kunnen omgaan. Tijdens die vergaderingen mocht en kon alles
gezegd worden en daar is dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt. Als er één
plaats is geweest, waar we als mensen tegenover elkaar hebben gestaan, dan
was het wel tijdens deze wekelijkse bijeenkomsten.
Zo langzamerhand is daar de sfeer ontstaan, die ook in de raadsvergaderingen
viel waar te nemen.
Mag ik het nog eens zeggen: het is juist dat, wat mij zoveel voldoening geeft;
maar we hebben het samen bereikt. Ik kan natuurlijk namens het college van
de Lier nog geen uitnodiging aannemen, omdat ik daar nog niets te zeggen heb,
maar ik denk, dat ik het wel zal voorstellen. Ik zal het dan zo willen voor
stellen, dat het college uit de Lier eerst in Fijnaart komt vissen, dan kan
ik U laten zien hoe mijn viskoffer werkt. Als ze het fort dan hebben gezien
zal er wel een uitnodiging volgen voor het college van Fijnaart en Heijningen
om in de Lier te komen vissen.
Nogmaals bedankt voor Uw vriendelijke woorden en U allen hebt gesproken over
zaken waarvan ik het liefst had, dat ze besproken werden. Op hetgeen de heer
Evers heeft gezegd heb ik niet zo veel aan te merken. Ik herinner me, mijnheer
Evers dat U mij in 1973 een geboorteplaats toedacht waar ik van mijn leven
nog nooit geweest ben. Sorry, maar ik vind, dat je dat tegen elkaar moet kun
nen zeggen, mijnheer Evers, U had het nu over een mortuarium in verband met
de gezondheidszorg. Dat is wel wat laat. Nogmaals bedankt mijnheer Evers voor
Uw vriendelijke woorden.
Vriend Bos U heeft gesproken namens de fractie van de Partij van de Arbeid.
Ik wil Uw fractiegenoten niets te kort doen, maar U heeft meer gesproken als
Willem Bos dan als man van de Partij van de Arbeid. Toen ik U overigens leer
de kennen was U misschien wel lid van de Partij van de Arbeid, maar naar bui
ten toe bleek dat helemaal niet en naar binnen overigens ook niet. U zat toen
in de gemeenteraad als vertegenwoordiger van de Werknemers Partij helemaal
alleen. Maar ik heb U nooit alszodanig gezien maar voor mij was hij de geachte
afgevaardigde uit Heijningen. U hebt in het persoonlijke vlak tegen me gespro
ken waar ik nu niet verder op zal ingaan, maar waar we vast nogwel eens een
keer over spreken.
Op hetgeen U mij hebt overhandigd staat: voor een groot vriend als herinnering
voor zijn tijd in Fijnaart en Heijningen. De inhoud ken ik niet, maar ik weet
waarover het gaat en ik vind het voldoende dat wij dit samen weten mijnheer
Bos
Ik realiseer me ook, dat er in 1973 geen CDA bestond, maar ook geen VVD.
Dat is toch wel een verschil tussen 1973 en 1978, dat Fijnaart nu een CDA,
Partij van de Arbeid en VVD in de raad heeft.