-10- Zonder nu te stellen, dat er op de werking van deze commissies niets valt aan te merken, vind ik wel, dat ze het democratisch functioneren van het gemeentebestuur m zijn totaliteit ten goede zijn gekomen. Het erkennen als volwaardige leden van de zogenaamde burger-leden in die commissies, heeft daar zeker in niet geringe mate toe bijgedragen. De basis werd verbreed en dat vind ik nog steeds een goede zaak. We hebben onze opdracht het bestuur dichter bij de burgers te brengen - ook om andere redenen - verstaan. Een andere verstandige aanpak is geweest het werken met commissies ad hoe en stuurgroepen, zeker als het moeilijke en omvangrijke werken betrof. Ook hier is dankbaar gebruik gemaakt van de gelegenheid om de gemeenteraad, als hoogste gezagsorgaan, vroegtijdig bij de voorbereiding en realisering te betrekken. Het heeft van sommigen van U veel tijd, energie en geduld ge vergd en ik ben U daar zeer dankbaar voor. Ik heb het voor mijzelf aldus geformuleerd. De eerste jaren waren voor Van Bochoven de moeilijkste. Misschien waren het wel tropenjaren. Die tellen dubbel, zoals U weet. Gevoegd bij de zeven jaar, gedurende welke ik als Uw voorzitter mocht optreden, is het best nog een behoorlijke periode geweest, dat ik hier heb mogen werken. U en ook de bevolking hebben mij voldoende krediet gegeven om bezig te kunnen zijn. We moesten aan elkaar wennen, maar er is al vrij snel over en weer voldoende vertrouwen gegroeid om als basis te dienen voor een construc tieve samenwerking. Daarbij hebben we veel zaken op z'n Fenderts afgedaan, waarbij niemand heeft kunnen aantonen, dat dit een slecht recept was. Ook de nodige humor heeft niet ontbroken. Ik heb me in Uw midden echt thuis gevoeld, ook in het persoonlijke vlak. We hebben bewezen, dat we naar elkaar hebben kunnen luiste ren. Toen ik hier begon in een mij onbekende omgeving en in een voor mij nieuwe functie, werd Uw raad afgeschilderd als een lastig gezelschap, als een elftal, dat het liefst cup-wedstrijden speelde. Al spoedig ontdekte ik, dat U niet lastig was, maar minder gemakkelijk. Het is misschien wel daardoor, dat ik veel van U geleerd heb. Hopelijk is het omgekeerde ook het geval. Alles is voor verbetering vatbaar. Maar op z'n minst durf ik te stellen, dat we met elkaar, ten opzichte van de burgerij en ten opzichte van de streek, die ook mij lief zijn geworden, de juiste formule hebben weten te vinden. Ik hoop, dat U deze aanpak voor de toekomst weet vast te houden, in de over tuiging, dat U op die wijze nog veel voor de gemeenschap kunt realiseren. Kom ik nu tot enkele passages uit het verslag van de installatieverga dering van 1 maart 1973. Zou de heer Van Dueren den Hollander dan toch gelijk hebben gekregen? Ik citeer: het lijkt bij die burgemeestersvacatures en benoemingen net een jaarwisseling, want dat vindt in Fijnaart constant en gedurig plaats. Dat komt, omdat wij in korte tijd kans zien in deze gemeente, door middel van deze raad en de gemeentenaren, van zo'n burgemeester iets te maken. Als ze dan gaan solliciteren naar grotere gemeenten, dan krijgen ze weldra die be noeming. Dus we zullen ons hier maar weer op instellen. En wat vindt U van deze, afkomstig van de heer Bos: Fijnaart is net een springplank Waarop ik dan zeg: het openbaar onderwijs heeft er dan tenminste nog iets aan overgehouden De heer Kannekens, maar ook anderen, hebben destijds via de profielschets gevraagd (en ik citeer): benoem een mens, die het menselijke in de raadzaal en in de gemeente probeert waar te maken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 18