-39- De voorzitter zegt dat het dringend gewenst is dat er een commissie gaat functioneren. Het College vindt dat er nu lang genoeg gewacht is met het instellen van een commissie. Het is echter aan de raad om te beslissen of al dan niet nog nader overleg tussen de fracties nodig wordt geacht. Hij vraagt of de fracties eventueel schorsing wensen om over dit punt met elkaar van gedachten te wisselen. heer Evers antwoordt, dat de CDA-fractie van mening is dat naar aanleiding van het antwoord, dat het College gegeven heeft met betrekking tot deze zaak, er tot stemming moet worden overgegaan. De fractie is bereid als er eventueel wijzigingen komen voor de eerstvolgende raadsvergadering dit in de overweging mede te betrekken voor de volgende keer. Ze wil wel dat het nu op een gegeven moment vast staat en dat deze zaak bestuurd kan worden door een commissie. De raad acht een schorsing wenselijk. De voorzitter schorst de vergadering om 23.10 uur en heropent deze om 23.20 uur. heer van Dis stelt voor, gezien de complexiteit van het voorstel en de consequenties die hieraan verbonden zijn wanneer er niet verder over gesproken wordt, het punt te verdagen tot de raadsvergadering van 8 januari 1981. Hij verzoekt het College het voor stel in stemming te brengen, nadat het er zich van vergewist heeft dat het genoeg ge steund wordt. Héheer Evers zegt dat de CDA—fractie van mening is dat er eerst moet worden bestuurd, zonder dat dit van haar zijde een dictaat gaat inhouden. Een overleg blijft dus moge lijk. Er dient nu te worden gestemd zoals aanvankelijk was afgesproken in het senioren convent op 16 april 1980. De voorzitter deelt mede, dat er moet worden gehandeld zoals het in de verordening is bepaald. Hij vindt niet dat er nu commissieleden moeten worden benoemd en tijdens de volgende vergadering weer andere mensen. Dit lijkt hem een vreemde gang van zaken. Hij concludeert, dat er nu een voorstel is van het College, alsmede een tegenvoorstel van de heer van Dis om de benoeming van de leden voor de Commissie Centrale Antenne Inrichting uit te stellen. Het voorstel van de heer van Dis vindt ondersteuning van de PvdA-fractie en wordt ver volgens in stemming gebracht. De raad besluit het voorstel met 5 stemmen vóór en 8 stemmen tegen te verwerpen. Vóór stemmen de heren Lauwers, Bos, van de Merbelvan Dis en van Halderen. Tegen stemmen mevrouw Verhagen en de heren van Dueren den Hollander, Evers, Munters, Kannekens, Laros, van de Werf en Fakkers. De voorzitter vraagt of er nog iemand een stemverklaring wenst te geven. De heer Bos deelt mede dat nu de zaken zó liggen men even ver is als tijdens de raadsvergadering van oktober 1980. Hij zegt vervolgens dat de door de PvdA-fractie ge stelde kandidaturen worden ingetrokken. Hierop een stem uitbrengen heeft dan volgens hem geen enkele zin. De voorzitter antwoordt wat betreft het burgerlid, daarvan akte. Wat betreft het raads lid deelt hij het volgende mede. Het staat raadsleden vrij op diegene te stemmen die men gaarne in de commissie wenst. De heer van Dis stelt zich niet meer beschikbaar voor de commissie. Hij deelt mede dat evenmin de heer van Halderen zich beschikbaar wenst te stellen, nu de zaken zó liggen. De WD-fractie trekt tevens het voorstel dat zij gedaan heeft voor een burger- lid in. Het spijt de fractie bijzonder dat het zo moet gaan. De fractie is zich bewust van de toch wel bijzondere consequenties die deze beslissing met zich meebrengt, maar naar haar opvatting wordt zij in deze hoek gedrongen. De heer Munters deelt mede, dat de CDA-fractie wat verbaasd is over de opmerkingen die de PvdA-fractie en de VVD-fractie maken. Het gaat om een zaak die al heel lang hangt. Wanneer men nu te elfder ure kans ziet om vóór 8 januari 1981 tot een compromis te komen, dan vindt de CDA-fractie dat het ook nu had kunnen gebeuren. De fractie vindt dat het hier gaat om het zich onttrekken aan de verantwoordelijkheid dit men heeft en meent dat het heel belangrijk is dat de zaak nu heel snel gaat draaien. Wat dit laatste punt betreft is er bij de CDA-fractie te allen tijde bereidheid cm hierover te praten. Wanneer anderen vinden dat ze deze verantwoordelijkheid niet moeten dragen, dan is dat hun verantwoordelijkheid.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 185