-30- Openbaarheid en voorlichting. Het College acht openstelling van het gemeentehuis op een avond in de week niet nodig. Hij vraagt of het mogelijk is om het gemeentehuis de dag waarop het koopavond is tot 18.00 uur open te stellen. Dit zou makkelijker zijn voor de mensen die buiten de ge meente werken. In eerste aanleg heeft hij enkele opmerkingen gemaakt over wat de heer Fakkers over hem heeft gezegd in de vergadering van september 1980, naar aanleiding van hetgeen hij heeft gezegd in de maand augustus tijdens de installatie van burgemeester Ockels. Destijds was hij niet op de hoogte gesteld van het feit dat dit te verwachten was. De opmerkingen van de heer Fakkers had hij toen niet zwart op wit, waardoor het voor hem moeilijk was om daarop uitvoerig te antwoorden. Na lezing en herlezing van de notu len blijft hij volledig bij zijn ingenomen standpunt. Graag volgt hij het verzoek van de voorzitter uit de vergadering van september op. Hij gaat er dan ook nu niet meer verder op in. Vervolgens gaat hij in op dat wat het CDA in haar antwoord heeft gezegd over de CAI- commissie. De burgerleden dienen te worden benoemd op grond van hun deskundigheid M op dit terrein. Hij vindt dan dat de burgerleden niet in de allereerste plaats op grond van hun politieke overtuiging in deze commissie moeten komen. Hij dacht dat bij het vormen van commissies dit ook altijd al gesteld was. Hij vindt het een kwestie van redelijkheid om te trachten dat alle grotere partijen, die in de raad vertegenwoor digd zijn, een eigen partij-genoot als afgevaardigde van de raad in de commissie heb ben De voorzitter merkt op dat door de heer van Dis is gesteld, dat de antwoorden door zoveel compromissen zijn ingegeven dat er van "sprankeling" van de beantwoording iets verloren is gegaan. Het College ontkomt er niet aan om af en toe met compromissen naar de raad te komen. De reden is hiervoor naar zijn mening dat het College dient te proberen zoveel moge lijk de gehele raad mee te laten denken. Er dient getracht te worden gewicht toe te kennen aan de verschillende meningen van de diverse fracties. Wanneer het College steeds regelrecht en keihard zegt;"en daar ligt onze mening," dan wordt er voorbijgegaan aan dat alles wat ingebracht wordt. Beantwoording van de vragen, gesteld door het CDA-fractie. Zwembad. De voorzitter deelt mede, dat het voorstel tot verhoging van de tarieven van het zwem bad door het College in eerste instantie op 3V2% blijft gehandhaafd. Indien de raad het^ wenst kan altijd tot een verhoging van 5% worden besloten. Subsidies. Het PvdA-voorstel tot wijziging van de subsidieverordening inzamelen oud papier komt later in deze vergadering in stemming en dan kan de CDA-fractie haar oordeel kenbaar maken Hij spreekt vervolgens de wens uit dat de eventuele discussie tussen de heren Fakkers en van Dis zal plaatsvinden op een door hen nader te bepalen datum en plaats. Onderwij s Hij geeft het volgende antwoord op de vragen die zijn gesteld door de CDA-fractie, alsmede de VVD-fractie, inzake de scholenproblematiek te Heijningen. Het is inderdaad zo dat het College met een inventarisatie-nota komt. Daarnaast is het College bezig om ook daadwerkelijk oplossingen te vinden. Er wordt over deze zaak dui delijk positief gepraat, dit tesamen met de ouders van de leerlingen. Het lijkt hem niet juist om deze gesprekken te doorkruisen, daar men anders ncoit tot een oplossing komt. Er kan in deze materie zuiver zakelijk worden gedacht, maar er kan daartegenover ook gekeken worden naar de leefbaarheid van de kleine kern. Plan Oost. Het College is wat betreft het alternatief plan Zuid wat erg summier geweest, omdat er een plan Oost ligt met alle verwikkelingen. Momenteel zit de gemeente met het faillissement. Dit heeft alle aandacht en het College zal proberen hier voor de gemeen te zo gunstig mogelijk uit te komen. Pas als dit is opgelost kan worden beoordeeld hoe men ten aanzien van plan Oost staat en daarna hoe het met alternatief Zuid staat.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 176