In de tweede plaats vinden wij, dat de beleidsnota van het college enig per spectief biedt op een ontwikkeling, waarbij in de voor ons liggende jaren de gemeentelijke inbreng wordt vergroot op het gebied van zaken die ons zeer na aan het hart liggen. Wij doelen hier op het jeugdwerk, de sport, de recreatie, de cultuur en het welzijnswerk. Die gemeentelijke inbreng zal ongetwijfeld gepaard gaan met financiële onder steuning van die activiteiten en daarvoor zullen in de toekomst genoeg gelden beschikbaar moeten zijn en beschikbaar moeten blijven. In de derde plaats vinden wij, dat de reeds door ons aangetoonde begrotings ruimte ook nog wat verder verruimd mag worden teneinde het beter mogelijk te maken, dat het ambtelijk apparaat van onze gemeente en dan met name de bezet- 7ar\ 6nug! afdelingen ter secretarie wordt verstevigd en aangepast aan de feitelijke behoefte. Mijnheer de Voorzitter, afronden60 °nZ6 be8chouwin« over de financiële positie van onze gemeente gaan V'l V,ii1"?'en ®chter niet nalaten u deelgenoot te maken van onze gedachten met betrekking tot de funkties welke de commissie voor de financiën met een nieuwe samenstelling en werkwijze binnen het gemeentebestuur zou kunnen gaan vervul- len. Ons tot enkele hoofdzaken beperkend noemen wij t - het beoordelen van en adviseren omtrent de financiële aspecten van alle ge meenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden waarin onze gemeente participeert; het adviseren met betrekking tot wijziging van tarieven van belastingen en rechten; - het mede voorbereiden van begrotingen (ook meerjarenbegrotingen) - het mede voorbereiden van investeringsplannen, financieringsplannen en dek kingsplannen. Over de gemeenschappelijke regelingen merkt het college in haar beleidsnota reed3 op, dat het in overleg met de commissie financiën "nieuwe stijl" wil nagaan in hoeverre de kosten van die regelingen kunnen worden beteugeld. Naar onze mening dient daarbij ook het draagkrachtbeginsel de volle aandacht te krijgen. Wij doelen hier op een kostenverdeling tussen de samenwerkende gemeenten die niet enkel gebaseerd is op het aanbal inwoners per gemeente doch waarbij ook rekening wordt gehouden met het zogenaamde "koppengeld" Vanuit onze fraktie is hierop al eerder en bij herhaling aangedrongen voor wat betreft de verdeling van de kosten van het Htreekgewest Overigens zonder tastbaar resultaat tot nu toe. Uw college is er kennelijk nog steeds niet in geslaagd om hierover een mening te vormen. Be al lang geleden toegezegde beleidsnota is althans nog niet aan ons gepresenteerd. Het door ons beoogde draagkrachtbeginsel behoeft naar onze mening niet in strijd te zijn met het solidariteitsbeginsel. Het een vormt juist een ondersteuning van het ander. Mijnheer de Voorzitter, re^eten ^970 en in 1979 dringen wij er op aan, dat uw college spoedig maat- gelen neemt opdat de inning van de gemeentelijke belastingen zodanig wordt vervroegd, dat er geen onnodige grote renteverliezen blijven bestaan. Volgens de ontwerp-begroting wordt voor 1981 een totale belastingopbrengst ge raamd van circa 740.000,6 F ge

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 161