In een van de begrotingscommissies zijn namens onze fraktie een aantal zaken genoemd «(elke elk voor zich in meerdere of mindere mate van invloed zijn op de uitkomsten van de door u gepresenteerde begroting. Door ons is daarbij o.m. aangegeven, dat een aantal verrekeningen met de ge meentelijke bedrijven meer in overeenstemming zouden kunnen worden gebracnt met de feitelijke kosten zoals die nu op de algemene dienst drukken. Door een juistere toerekening van beheers- en administratiekosten aan de be drijven zouden de ramingen onder de volgnummers 213.00 en 215.00 in totaal met minstens 8.000,opgetrokken kunnen worden. Door een juistere toerekening van rente over de kapitaalverstrekking aan het woningbedrijf zou de raming onder volgno. 1411.00 met minstens 25.000 opgetrokken kunnen worden. Door een juistere toerekening van rente over de kapitaalverstrekking aan het gronübedrijimet name voor wat betreft de investeringen in "Dintelmond", waarbij dan niet het omslagpercentage doch het percentage van een recente kasgeldlening (dus 10^ wordt aangehouden of althans een redelijke gemid delde marktrente, zou de raming onder volgnummer I4II.OO met nog 80.000, opgetrokken kunnen worden. Afgezien van deze indirecte subsidies aan de bedrijven (lees: reserveringen ten laste van de gewone dienst) komen er op hoofdstuk V ook nog steeds enige ramingen voor van posten welke per saldo neerkomen op een directe subsidie verstrekking aan het woningbedrijf van 7.000, met name de uitkeringen, geraamd onder de volgnummers 515*00 en 516.00. Wij willen kortheidshalve met het noemen van deze posten volstaan, hoewel we echt nog wel wat meer boven tafel kunnen brengen. De oplettende toehoorders zullen echter begrepen hebben, dat er voor wat ons betreft nu wel genoeg op tafel ligt. We zijn zojuist de twee ton gepasseerd. In elk geval genoeg om te conclusie te trekken, dat de uitkomsten van de aan de raad voorgelegde ontwerp-begroting absoluut geen juist uitgangspunt geven voor een goede beoordeling van het tevens voorgelegde dekkingsplan. Zonder nu verder al te veel cijfers te blijven noemen geven wij hier als een vaste overtuiging van onze fraktie, dat de kapitaallasten die genoemd worden in bijlage I bij het investeringsplan en ook de kapitaallasten van de eerder genoemde centrumvoorzieningen 20.500, en de huisvuilauto 12.500, volledig/uit het door ons op verantwoorde wijze gecorrigeerde begrotingsover-/ /gedekt kunnen worden /schot. Het dekkingsplan van het college laat een tekort zien van 35.000,nadat de belastingen zijn verhoogd met totaal 40.000, Ons delingsplan geeft aan, dat er nog een fors overschot aan dekkingsmidde len is zonder één cent belastingverhoging. Mijnheer de Voorzitter, Hoewel het op basis van ons dekkingsplan dus niet noodzakelijk is, dat de be lastingen en rechten in I98I worden verhoogd, achten wij het wel wenselijk om ook dit jaar een aanpassing van diverse tarieven uit te voeren, zij het dan, dat wij daarbij voor alle tarieven een zekere matiging willen betrachten. Bij de behandeling van uw belastingvoorstellen komen wij daar nog nader op te rug maar het lijkt ons goed om au reeds een drietal overwegingen te noemen op grond waarvan wij vinden, dat een matige belastingverhoging onze medewerking kan verkrijgen. In de eerste plaats vinden wij, dat een regelmatige geleidelijke bijstelling van axle tarieven veruit de voorkeur verdient boven een van jaar tot jaar wis selend beleid waarbij sprongsgewijze verhogingen worden toegepast. Wij bepleiten ook voor alle tarieven in beginsel eenzelfde jaarlijkse procen tuele bijstelling toe te passen, met de mogelijkheid om van die regel in zeer extreme gevallen af te wijken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1980 | | pagina 160