-5-
En daar sta je dan, want als fractievoorzitter van de P.v.d.A. moet je ook wat
zeggen. Maar wat dan wel? Vooral omdat je het niet alleen als fractievoorzitter
moet doen, maar ook als voorzitter van de woningbouwvereniging, als voorzitter
van het Oranje Comité Heijningen waarvan U burgemeester ere-voorzitter bent en
tenslotte als vriend. Ik zal het er dan maar op wagen.
Toen wij 7 jaar geleden in ditzelfde gebouw voor Uw installatie bijeen waren,
was er nog maar één rooi rakkertje. Het werden er spoedig twee en nu zijn het
er drie. Welnu die drie danken U vandaag hartelijk voor het feit dat ze bij U
altijd een open oor vonden en de wijze waarop U hen altijd tegemoet trad, zowel
het belang der gemeente aangaande als persoonlijk. Het zou te ver voeren vandaag
alles op te noemen wat onder Uw bewind is tot stand gekomen.
Ook anderen spreken hun woord.
Toch wil ik - en het bloed kruipt waar het niet gaan kan - daarop één uitzonde
ring maken en dat is Heijningen. Uw inzet daarvoor en voor alle kleine kernen
in 't geheel dwingt onze grote waardering en bewondering af. Als de werkgroepen
van de kleine kernen uit West Brabant bijeen waren dan werden de vertegenwoordi
gers van Heijningen openlijk benijd om hun burgemeester die, integenstelling
tot wat zij zelf ondervonden, voor de kleine kernen durfde en wilde opkomen.
Ook daarvoor past oprechte dank.
U was het ook die met genoegen het ere-voorzitterschap van het Heijningse Oranje
Comité aanvaardde en Uw waardevolle inbreng in die vergaderingen zal niet licht
worden vergeten.
Het was ook mede door Uw toedoen dat ik in de woningbouwvereniging Fijnaart en
Heijningen de vertegenwoordiger van de gemeente werd, en waarvan ik thans nog
het voorzitterschap bekleed. Een minder vlotte verhouding die tussen de gemeente
enerzijds en de vereniging anderzijds - om welke reden dan ook - was ontstaan,
hebben we samen weer tot een betere mogen maken.
De gezamenlijke gesprekken hebben naar beide kanten verhelderend gewerkt.
Ook daarvoor onze welgemeende dank.
Tenslotte dan nog een persoonlijk woord. Burgemeester ik ben in die 7 jaar vele
malen ongevraagd Uw werkkamer binnengestapt. Het was U nooit te veel.
U verstond de kunst te kunnen luisteren naar wat Uw raadsleden te zeggen of te
bespreken hadden, ook al ging het niet om de gemeentezaken alleen.
We zijn samen in ons gesprek wel eens afgedwaald naar het menselijk vlak en wat
daarin tot in het diepst leeft. Zo kon er een vriendschapsband ontstaan die ik
altijd zeer heb gewaardeerd. Als dank daarvoor wil ik U straks persoonlijk iets
overhandigen. 22 jaar geleden schreef ik onder moeilijke omstandigheden enkele
gedichten neer. Niemand heeft ze ooit gelezen. Uit onze gesprekken wetend, dat
U er prijs op stelt ga ik U die overhandigen als herinnering aan onze vriendschap
Bij Uw installatie nu bijna 7 jaar geleden beëindigde ik mijn toespraak als
volgt: Wanneer het afscheid ooit zal komen dan hoop ik dat van het hoogste ge
bouw van deze gemeente een gouden banier zal wapperen, met daarin Uw monogram,
omrand door de onvergankelijke woorden "Nooit zijn zovelen zoveel dank ver
schuldigd geweest aan deez een". Welnu symbolisch wappert vandaag die gouden
banier. Ieder onzer voor zich en ook U zelf kan de laatste woorden invullen,
onderstrepen en misschien zelfs doorstrepen. Hoe dan ook er gaan toch twee
strepen door, één verticaal en één horizontaal, samen vormend het kruis van
de allergrootste EEN, die in voor en tegenspoed altijd voor onze nul wil gaan
staan. Ik wens U en Uw vrouw toe dat deze EEN Uw vastgeleide mag zijn in Uw
nieuwe gemeente en Uw verder levenswerk, dan is het aan 't einde der baan
een onuitwisbaar gouden tien.
Applaus
De heer van Dis richt zich namens de V.V.D. met de volgende woorden tot de
burgemeester
Mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren medeleden van deze raad,Dames en
Heren
De uitnodiging voor deze vergadering, deed mij eerst volledig het onherroepe
lijke op staatkundig gebied van dit afscheid beseffen.