-2-
De raad besluit dit Koninklijk Besluit voor kennisgeving aan te nemen»
3Afscheid burgemeester
De voorzitter geeft het woord aan wethouder Fakkers.
Wethouder Fakkers spreekt de burgemeester namens het college als volgt toe:
In een van de interviews naar aanleiding van Uw benoeming heeft U sprekend over
het langzame integratieproces tussen oorspronkelijke inwoners en nieuwkomers o.a.
gezegd (BN 26/1/1980).
"Het zou fijn zijn als het woord integratieprobleem niet bestond, maar bij de ver
menging van levens en cultuurpatronen doen zich onvermijdelijk botsingen voor.
Ook Fijnaart heeft tijd nodig om één gemeenschap te worden zonder verschil tussen
allochtonen en autochtonen. Dat vereist een wederzijds inleven en inleveren waarbij
niet uit het oog mag worden verloren dat Fijnaart de Fendert is, een dorp
(ik had haast gezegd durrep) dat zich in eeuwen heeft ontwikkeld tot wat het nu is,
waarin het historisch gegroeid samenlevingspatroon niet is weg te denken of te
cijferen. Anders gezegd: Wie in Fijnaart komt wonen moet de Fendert voor lief nemen"
einde citaat. Waarom dit uitvoerige citaat burgemeester?
Niet alleen om mijn instemming te betuigen, maar juist om aan te tonen dat U dit
ook en vooral in de praktijk hebt gebracht.
U hebt de Fendert voor lief genomen. Of het omgekeerde altijd het geval is ge
weest kunt U beter beoordelen dan ik.
U hebt dat gedaan vanuit Uw uitgangspunt, dat niet U belangrijk was maar anderen.
Dat niet altijd zaken voorrang hadden maar de mensen, bovenal dat U anderen en zeker
de wethouders en de Raad kansen bood, hen in hun waardigheid liet, Uw wil niet op
legde, maar gerust een stapje terugzette. Zeiden we niet dikwijls tegen elkaar:
1111 zijn de kleine dingen die 't doen".
Uw plaats zoals U die binnen het gemeentebestuur invulde is in mijn ogen de grootste
verdienste geweest die U de Fendertse gemeenschap hebt kunnen geven.
Door Uw optreden bereikte U evenwicht in de politieke verhoudingen, werden ver
houdingen teruggebracht tot ware proporties. Ook al omschreef U Uw eerste 2 fenderts<
jaren als tropenjaren (wellicht wordt dit later in Uw pensioen vertaald).
Tijdens de b en w vergaderingen (de keuken) was steeds sprake van een goede en open
sfeer. Kon er veel gezegd worden, werd naar elkaar geluisterd, vond wederzijdse
beïnvloeding plaats. Daar ontkom je ook niet aan als je wekelijks soms dagelijks
met elkaar optrekt, net zo goed als dat je elkaar steunt en begrip toont voor
privébeslommeringenAl stonden de meningen wel eens tegenover elkaar, al sputter
den de wethouders soms zodanig dat andere besluiten werden genomen dan U voorstond
- ook het omgekeerde kwam voor - de verhoudingen werden daardoor niet verstoord.
Dit had een gunstige invloed op het geheel, zodat zaken gedaan konden worden.
Uiteraard is zaken doen in een gemeente een samenspel van het gemeentebestuur als
bedoeld in art. 1 van de gemeentewet als daar zijn:
de Raad, b en w en de burgemeester. Bewust betrek ik hierbij het ambtenarenapparaat,
dat de voorbereidende en soms ook de uitvoerende werkzaamheden verrichtte.
Burgemeester, toen U mij omtrent Uw sollicitatie inlichtte en U zei dat U kans
maakte, was mijn eerste opmerking: Eigenlijk gaat U een beetje te vroeg weg.
Niet alles is af. Achteraf realiseer ik me dat je zoiets steeds kunt zeggen omdat
de gemeente waar men inkomt als burgemeester zich aan je voordoet als een rijdende
trein.Daar spring je in en zo haak je na een aantal jaren - want zo gaat dat in de
Dendert, hier geldt een zgngemiddelde verblijfsduur van circa 7 jaar- af, de lei
ding overlatend aan weer een andere bestuurder die dan maar moet zorgen machinist
te worden
Ik bedoel daarmee te zeggen, dat het vertrek van een burgemeester vaak plotseling
gaat zonder inspraak van de gemeente waaruit vertrokken wordt.
Een afbouw is niet mogelijk. Misschien kan daar ooit nog eens rekening mee worden
gehouden