-2- De heer Munters vindt de randweg levensgevaarlijk. Kleine bedrijfjes wil hij niet bij de Z.N.S.. Bij Nieuwemolen is ook nog een beetje bedrijventerrein. Hij heeft ook vrees voor hoge prijzen. De voorzitter ziet best de mogelijkheid van kleine milieu vriendelijke be drijfjes De heer Lauwers wil die naar het industrieterrein hebben. De heer van der Werf vindt het terrein bij de Z.N.S. nodig voor sportaccommo datie. De heer van Halderen wil ook wel wat bedrijfsactiviteit in het plan in de vorm van b.v. schoenmakerij, stomerij e.a. De heer Kist antwoordt op de gemaakte opmerkingen. Een reëel uitgangspunt is dat 60 a 65% kunnen worden uitgegeven in een be stemmingsplan. De kosten worden uiteraard bekeken. Daar kan men toch wel ge rust op zijn. De mogelijkheid voor kleine bedrijfjes, ambachten, gericht op de kom Fijnaart, ziet hij toch wel voor strook ten noorden van de Z.N.S.ook al om de eenzijdigheid van bewoning te breken. Als voorbeeld noemt hij Eindhoven. Bedrijfjes zijn voor een buurt niet altijd negatief. Op een vraag van de voorzitter dienaangaande aan de heer van Seggelen, antwoord^^ deze dat hij op grond van de ontwikkelde modellen in de vooruitberekening van de bevolking van Fijnaart en Heijningen door zijn bureau tot 1992 maximaal tot een getal van 6644 komt. Vervolgens krijgt de heer Lebon het woord. Het gevaarlijke karakter van de randweg in Oost is volgens hem niet aanwezig. De weg is expres bochtig gemaakt en de meeste aansluitingen zijn zg. T-aanslui- tingen. De weg is voorts nodig voor opvang van het verkeer uit Oost I en II, voor een goede verbinding van de Z.N.S. noordwaarts en voor vermindering van doorgaand verkeer over Kadedijk-Molenstraat Eventueel is ook nog aansluiting mogelijk voor Zuid. De heer Munters heeft ook angst dat de Eerste Kruisweg zal blijven liggen. De heer Lebon zegt dan nog eens dat het de bedoeling is dat de Eerste Kruisweg van Boerendijk tot aan plan Oost II alleen maar agrarisch verkeer verwerkt ook hij benadrukt nog eens de grote afstand tot het centrum bij een verder gaan in Oost Over de locatie Zuid zegt de heer Kist dat die ongeveer gelijk moet zijn aan Oost, met een kleine afronding in Oost. Er moet een koppeling van gebied naar gebied komen van Zuid naar Centrum. Hij licht een uitgewerkte schets van een gedeelte van Zuid - nagenoeg oostelijk van de daar aanwezige kassen - toe. Dit vormt een aanzet voor een groter gebied in die richting. Een groene zone met een recreatieve taak is tussen de bebouwing gepland. Er moet over en weer bereikbaar heid zijn tussen Zuid en Centrum. In het bestemmingsplan Gemeentehuis zit al een verbinding. Voorts zou er een verbinding onder de Molenstraat door moeten komen. De heer Lebon bespreekt Zuid vervolgens uit een oogpunt van verkeersstructuur. Hij ziet 2 aansluitingen n.l. Wilhelminastraat-Molenstraat en oostelijk nieuwe randweg over Kadedijk naar Zuid. Hij geeft nadere toelichting op een kaart waarop hij in kleuren een scheiding van verschillend verkeer langs diverse wegen heeft aangegeven Dit alles moet gezien worden als verbetering van de kwaliteit van het Centrum. De Voorstraat moet rustig worden. De randweg om Oost heeft hij nu over de Edvard Griegstraat geleid. Het geplande laatste stuk naar Kadedijk in zuidelijke richting heeft hij er nu afgelaten. Dat zou later er eventueel weer bij kunnen. Vervolgens geeft de voorzitter gelegenheid tot vragen stellen. De heer van de Merbel blijft het moeilijk vinden. Plan Zuid lijkt hem duurder dan Oost. Dat zal dus dan wel in de exploitatie verhaald worden. Hij vreest dat het onbetaalbaar wordt. De heer Fakkers wil gaarne weten of de heer Kist het woonwagenkamp nog steeds in Zuid ziet.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1979 | | pagina 82