- 4 -
Wij dachten dat de voorzitter boven de partijen stond.
Ook stellen wij de vraag of er zo'n verdeeldheid in het college
bestaat omdat het nogal eens gebeurt dat er ons een meerderheids-
of minderheidsvoorstel bereikt?
Bij de burgers komt het zo wel over. V/ij willen het college in
overweging geven in de toekomst daarmede rekening te houden en
zorgvuldiger te werk gaan.
Verder vragen wij of het schoolbestuur er op toe ziet, dat het
onderwijs hier niet onder lijdt?
De heer van Dueren den Hollander vindt dat op de vraag over het
politieke standpunt vanavond ook politiek moet worden geantwoord.
Hij vindt het bijzonder jammer, dat de voorzitter in dit soort
zaken een ander standpunt inneemt. Dat zou zijn oorzaken kunnen
hebben, en dat zou ergens aangekoppeld kunnen worden.
De voorzitter ontvangt en is representatief en daaruit zouden
gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt. Hij vindt dit erg ver
velend. De raad zal er op moeten antwoorden, door/de minderheid
iets anders wil doen dan de raad. /-dat
Verder dringt hij er ook op aan dat het schoolbestuur er op
toeziet, dat al deze activiteiten gebeuren buiten de schooltijd.
De heer van Halderen vindt de weerlegging van de puur zakelijke
argumenten in de handelssfeer ten aanzien van de handelaren en
de inzamelaars in oud papier niet voldoende gedekt door slechts
hoop uit te spreken. Naar zijn mening "hoopt" de handel niet,
maar "handelt". Hij kan er mede instemmen indien een minderheid van
het college voorstelt om dit te laten ingaan op 1 oktober 1978.
Hij vindt dit gexvoon recht doen aan de indieners van het verzoek,
maar hij is niet historisch belast.
De heer van de Merbel stelt, dat hij niet heeft gepleit voor een
voorlopige regeling. Hij kan er ook in meegaan indien door de voor
zitter wordt gesteld, dat de raad deze prijs altijd kan wijzigen. Hij
vindt het echter prettiger indien het college zelf met zo'n voorstel komt,
dan het initiatief hiertoe over te laten aan de raad. Gezien de datum
van indiening van het verzoek van de openbare lagere school kan zijn
fractie meegaan met het standpunt van de minderheid uit het college
om deze regeling te laten ingaan op 1 oktober 1978.
De voorzitter zegt, dat hij met het minderheidsstandpunt niets an-
ders heeft beoogd dan aan te willen sluiten bij de datum van de
indiening van het verzoek van de openbare lagere school. Dit heeft
niets te maken met een voorkeur vóór of afkeur van welke school-
richting dan ook.
De heer Munters vindt dit bijzonder plezierig, maar wordt er dan
met andere zaken, die op tijd worden ingediend, ook rekening
gehouden?
De voorzitter stelt voorop, dat de sfeer in het college goed is.
Hij heeft zich wel gerealiseerd: wat is je standpunt als voor
zitter. Ten aanzien hiervan heeft hij zich op het standpunt gesteld,
dat dit een puur zakelijke aangelegenheid is. Men kan over dit punt
discussiëren of het nu januari of februari moet worden. Tegen de
wethouders heeft hij ook gezegd, dat hij als voorzitter wel eens wat
moeilijk zit, omdat hij een andere figuur is. Moet hij in dit geval
dan maar zeggen:"we sluiten de rijen ik ga met jullie mee"?
Dit is een min of meer principiële zaak, waar hij niet uit kan komen
en dit zal hij geval voor geval moeten bekijken. Het is voor hem
het gemakkelijkst in de raad gewoon niet te laten v/eten, dat hij
een andere mening heeft door gewoon met de overige leden van het
college mee te gaan.