De heer van Dis heeft van het begin af aan een bedrag genoemd van
ƒ.2.000.000,en dat kan men niet zomaar loslaten. Het wordt op
het laatst een soort manifestatie om dat vol te houden, maar daar
door mag men straks geen bouwwerk krijgen dat ondeugdelijk is.
Tussen deze zaken moet de raad vandaag nog roeien. Hij hoopt,
dat de architect in staat is om dit te ontzenuwen.
Op dit moment vindt hij de verdediging van de architect niet
bijzonder sterk. Hij hoopt, dat hij het architectonisch wat
beter uitvoert.
De heer van Dis vraagt aan de heer van Dueren den Hollander of
het vorige college heeft gewerkt met cijfers uit het verleden of
toekomstige cijfers.
Wethouder Fakkers vindt de opmerking van de heer van Dis, dat het
vorige college in januari 1978 een voorlichting heeft gegeven die
beneden peil is, onjuist en niet terzake doende. In de toen ter
inzage gelegen hebbende stukken bleek duidelijk, dat de prijzen
waren gebaseerd op de begroting van november 1977.
De heer Munters is nog niet tevreden met de ontvangen informatie.
De voorzitter stelt, dat door de heer Munters wordt bedoeld, dat
er een prijs in de raad is behandeld, die gebaseerd was op de
begroting van november 1977. De heer Munters wil weten wat er
is bijgekomen en wat er is afgegaan, met andere woorden wat heeft
het meerdere of mindere gekost.
De heer van Dis meent uit de woorden van de heer Munters te hebben
begrepen, dat toen in november 1977 de cijfers zijn opgesteld men
binnen een goed jaar zou gaan bouwen en dat zijn de cijfers, of
heeft het college bewust gezegd:"We nemen de cijfers van november
1977" en niet tegen de raad gezegd:"dat de prijsstijgingen hier nog
bovenop komen".
De voorzitter antwoord, dat er in de raadsvergadering van 26 januari
1978 is uitgegaan van het prijspeil van november 1977, hetgeen uit d
stukken blijkt. Hij kan zich ook herinneren, dat hij toen tegen de
heer van Dis heeft gezegd, dat men nog steeds binnen die ƒ.2.000.000
zit wat het werk betreft. Voor prijsstijgingen zou het college later
nog bij de raad terugkomen. Indien er van kredietoverschrijding spra
ke is is dit een gevolg van de prijsstijgingen.
De heer Kannekens zegt, dat het er de heer Munters om gaat, welk
verschil er bestaat tussen het bedrag van de begroting van 18 de
cember 1978 en het bedrag van de begroting na de gehouden aanbe
steding.
De heer Margry stelt, dat er aan de begroting van zijn bureau door
gemeentewerken posten zijn toegevoegd. In de begroting van zijn
bureau van november 1977 stond ook een post opgenomen voor sloop
werk, die er later is uitgehaald. De begroting van november 1977
sloot met een bedrag van ƒ.615.245,die van 18 december 1978 met
'een bedrag van ƒ.843.693,en die van na de aanbesteding met een
bedrag van ƒ.940.783,De begroting van november 1977 was opge
steld aan de hand van de m3 prijs. De begroting van 18 december
1978 is een gespecificeerde begroting, waarbij ook rekening is ge
houden met de 263 m3 meer inhoud. Hierin is ook een alternatief ver
werkt voor het dak aan de achterzijde.
Om architectonische reden moet dit een kapdak worden. Hiermede
is een bedrag gemoeid van ongeveer ƒ.30.000,
De heer Munters moet toch wel een prijsstijging constateren van
33%.
De heer van Dueren den Hollander vindt, indien men spreekt van
ƒ.615.000,en men dan ver boven de ƒ.800.000,uitkomt dat men
niet zo naïef moet zijn.