Indien dit het geval is gaat men dubbel betalen, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Hij vraagt daarom een sluitende regeling, op dat de raad in de toekomst niet met nieuwe problemen wordt ge confronteerd. De voorzitter deelt mevrouw Verhagen mede, dat het tolerant toe passen van artikel 72 der L.o.-wet 1920 tot het recht van de raad behoort. De wethouder van onderwijs heeft reeds plannen om met de schoolbesturen te gaan spreken. Of een CV-ketel 20 jaar meegaat is hem niet bekend. Mocht echter blijken, dat binnen deze termijn de CV-ketel van de openbare school vernieuwd moet worden dan stijgt vanzelf de dotatie daaraan, antwoordt hij de heer van Dis. Wethouder Fakkers deelt de heer van Dis nog mede, dat er uiter aard gereserveerd zal worden. De heer van Dis vraagt of er dan reeds in de gemeentebegroting van 1979 wordt gereserveerd. De heer Kannekens vraagt of dit geen zaak is voor de wethouder van onderwijs, waarop de voorzitter antwoordt, dat dit een zaak van financiën is en dit behoort tot de competentie van de wet houder van Financiën. Wethouder Fakkers deelt mede, dat de vraag van de heer van Dis bevestigend kan worden beantwoord. De heer van Dis is blij met het antwoord en hij hoopt, dat men reeds in het jaar 1979 met een schone lei kan beginnen en dat men nu reeds met het reserveren gaat beginnen en waarbij met dit voorstel rekening wordt gehouden. Hij heeft nog geen ant woord gehad op zijn vraag hoe het bedrag per leerling werd bere kend toen nog rekening werd gehouden met de kosten voor een oude openbare school. In die periode moet er voor de bijzondere scho len toch de mogelijkheid zijn geweest om te reserveren. Kan het college mede delen of dit mogelijk was en of dit ook is gebeurd? De voorzitter kan dit wel, maar wil er niet over oordelen. Als de heer van Dis vindt, dat dit verkeerd is gegaan en het mocht blij ken dat hij gelijk zou hebben, dan moet hij hiervoor de raad van toen maar aankijken en niet de raad van heden. De heer van Dis vindt, dat de bijzondere scholen in die periode rijkelijk zijn toebedeeld. Er is dus een mogelijkheid aanwezig ge weest om te reserveren voor onderhoud toen deze scholen ook ouder werden. De voorzitter sluit dit niet uit. De heer Kannekens vindt hetgeen de heer van Dis stelt onjuist, om dat er in die periode een bijzondere regeling van toepassing was ten aanzien van de openbare school in Heijningen. Mevrouw Verhagen vindt, dat het anders niet te verklaren is dat deze gemeente op de gehele lijst van Brabant en Zeeland de 3e of 4e plaats van onder inneemt. De heer Lauwers vindt het een compliment, dat de gemeente onder aan de lijst staat vermeld. De gemeente heeft goede scholen en de bijzondere scholen kunnen rondkomen van de bedragen die jaarlijks beschikbaar worden gesteld. Hij heeft het nog nooit meegemaakt, dat aan de raad medewerking werd gevraagd op grond van art. 72 der L.o.-wet 1920 voor een verbouwing of reparatie van een bijzondere lagere school. Hij vindt het ook vreemd, dat een openbare lagere school met 6 of 7 lokalen voor verlichting, schoonhouden en ver warming ƒ.15.000,nodig heeft, de Julianaschool met enkele loka len meer ƒ.32.000,en de Kennedyschool ƒ.39.000,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1979 | | pagina 28