De heer van Dis vindt dit wel een aantrekkelijk voorstel omdat
een open riool in deze tijd niet meer past in de gemeente.
Aan de raadsleden is eens een keer medegedeeld, dat de 15 woningen
van de Woningbouwvereniging aan de Kadedijk binnen twee a drie jaar
afgebroken zouden worden. Indien dit het geval is moeten dan al
deze kosten nog worden gemaakt?
De heer Kannekens heeft gezien, dat het rioolpompje aan de Appe-
laarseweg regelmatig op rood staat, hetgeen betekent dat dit
pompje overbelast is. Wat gaat er nu gebeuren indien het voorge
stelde rioolgedeelte hierop ook nog moet worden aangesloten?
Bij de Witte Roos staat nog een pompje, dat buiten werking is
gesteld. Kan dit misschien hiervoor een oplossing zijn?
De heer Zwagemaker geeft op verzoek van de voorzitter de volgende
toelichting.
Het pompje in de Appelaarseweg is een tijdelijk pompje. Het is de
bedoeling, dat de riolering in de toekomst aangesloten zal worden
op het Centrale rioleringsplan. De kapaciteit van het pompje is
voldoende, maar het vertoont wel eens mankementen. Er is al eens
iemand bij geweest om dit te verhelpen. Mocht er een storing op
treden dan is het altijd nog mogelijk te lozen via de aanwezige
overstorten. Er wordt momenteel bekeken of het nog aanwezige
pompje bij de Witte Roos geschikt is voor plan Heijningen, omdat
het pompje daar bijzonder slecht is. Het pompje bij de Appelaar
seweg is echt niet overbelast.
Op een vraag van de heer Kannekens wat er dan gebeurt indien er
een zware regenbui valt deelt de heer Zwagemaker mede, dat het wa
ter dan geloosd kan worden via de drie aanwezige overstorten.
De voorzitter stelt, dat door de heer van Dis wordt gevraagd of
het wel verantwoord is deze uitgaaf met het oog op kapitaal-ver
nietiging te doen nu deze woningen in 1982 gesloopt zullen worden.
Het riool wordt er wel langs heen gelegd en het college vindt
deze woningen toch nog vrij dicht bij het dorp liggen. Bovendien
staan er nog een paar andere woningen en daarom is het college
van mening, dat het oude plan maar moet worden uitgevoerd.
De financiële rijksregeling maakt het mogelijk, dat er van wordt
geprofiteerd. Als deze woningen inderdaad binnen drie jaar wor
den gesloopt - hetgeen voorzienbaar is - en die aansluitingen dan
niet meer nodig zijn, dan behoudt de gemeente de rijksuitkering,
tenzij er nieuwe woningen worden gebouwd. Op zijn vraag aan de
heer Zwagemaker hoeveel de aansluitkosten van deze 15 woningen
zullen bedragen antwoordthij "ongeveer ƒ.15.000,Voor het
resterende gedeelte blijft er dus ƒ.70.000,over.
De heer van Dis wil voorop stellen, dat zijn fractie de riolering
zo belangrijk vindt dat zij niet zal tegenstemmen.
In zijn algemeenheid moet men met dit soort zaken voorzichtig
zijn. Het zal wel eind 1979 zijn voor deze riolering geheel zal
zijn aangelegd. Indien in 1981 deze woningen gesloopt zullen
worden, zullen de eerste woningen al wel in de loop van 1980
leeg komen te staan. Deze woningen zullen dan niet meer bewoond gaan
worden. Om hiervoor dan in september 1979 ƒ.15.000,uit te geven,
en om de woningen dan in maart of april 1981 af te breken, vindt
hij een moeilijke zaak.
Misschien is er nog een mogelijkheid om te bezien of hieraan iets
kan worden gedaan en ondertussen kan het krediet in zijn geheel
worden gevoteerd. Principieel vindt hij kapitaalvernietiging op
zo'n korte termijn een verwerpelijke zaak.
De voorzitter kan het met zijn filosofie wel eens zijn. Als deze
percelen echter niet worden aangesloten is dit nog geen ramp, maar
dan mist de gemeente hiervoor toch wel gedurende een aantal jaren
de rijksuitkering.