De financiële positie.
De begroting van de algemene dienst sluit met een post onvoorziene uitgaven
van nominaal ruim 53.000,In het vorig jaar was dit nog 17.000,
Voor een juiste beoordeling van het begrotingsresultaat over 1980 moet niet
alleen de post onvoorzien van 53.000,in aanmerking komen maar ook het
bedrag van 25.000,hetwelk is geraamd onder volgnummer 1370.00 wegens
reservering voor plan centrumvoorzieningen.
Wij achten het in beginsel onjuist om in de primitieve begroting van de ge
wone dienst lasten op te nemen voor voorzieningen die nog niet door de raad
zijn goedgekeurd.
Dit dient te geschieden in het investeringsplan.
Zoals het nu gedaan is door uw college vinden we zowel in de begroting als
in het investeringsplan een aantal cijfers met betrekking tot die centrum
voorzieningen.
Dit werkt vertroebelend en maakt het voor de niet—insiders allemaal minder
inzichtelijk en dat achten wij zeer ongewenst.
Het komt ons voor, dat ook uw college onze redenering eigenlijk best zal
kunnen volgen, maar dat het uit zeg maar beleidsoverwegingen gemeend heeft
de effioiële post onvoorziene uitgaven te moeten beperken. Wij vinden daar
ook elders in de begrotingsstukken nog wel aanwijzingen voor.
Kennelijk is men beducht, dat bij de raadsleden direct alle stoppen zullen
gaan doorslaan wanneer zij bij het openslaan van de begroting direct zouden
zien, dat er in 1980 een groter batig saldo te bestemmen blijft dan het al
genoemde bedrag van 53.000,
Wij vinden het derhalve juister om hier te stellen, dat de begroting sluit
met een post onvoorziene uitgaven van 7Q.000,
Halen we vervolgens bijvoorbeeld het nog geraamd nadelig saldo van de oude
centrale inrichting/antenne uit deze begroting (en sinds het besluit in de
vorige raadsvergadering mogen we dat toch wel doen) dan zien we de post
onvoorziene uitgaven al oplopen tot ruim 85.000,
Dit bedrag is door ons niet uit de hoge hoed getoverd; het is op betrekke
lijk eenvoudige wijze uit de begrotingsstukken te halen.
Nog zeer onlangs is overigens door een van onze fraktiegenoten al feitelijk
aangetoond, dat een verdergaande verbetering van de gewonendienst kan worden
bereikt middels een rente—aanpassing van de door de algemene dienst aan het
woningbedrijf verstrekte leningen met een nu nog lage tot zeer lage rente.
Optrekking van deze rentevoet tot 8% respectievelijk 9# betekent voor de
gewone dienst een rentevoordeel van 25.000,respectievelijk 35.000,
M.d.V.
Wij gaan binnen het kader van deze algemene beschouwing verder niet te veel
met cijfers werken.
Onze opmerkingen tot nu toe hebben vooral ten doel aan te geven de betrekke
lijkheid van begrotingen in het algemeen en zeker ook de betrekkelijkheid
van de uitkomsten van de voorliggende begroting voor het jaar 1980.
Veelzeggend is in dit verband toch ook wel de omvang van de saldi—reserve,
dus het grote bedrag van de overschotten die er in vorige jaren ontstaan
zijn.
Ook hebben onze opmerkingen ten doel een motivering te geven voor het feit,
dat wij toch wel voornemens zijn neen te zeggen tegen uw voorstel om mede op
basis van uw begroting de reinigingsrechten te gaan verhogen met 20
Onze fraktie wil echt niet de ogen sluiten voor het feit, dat er in de jaren
na 1980 dekkingsmiddelen zullen moeten wijn om een aantal echt wel nodige
nieuwe voorzieningen te kunnen treffen.
Het investeringsplan is indrukwekkend genoeg.