van een individueel lid van het college accepteert. Dit neemt overigens niet weg, dat de besluitvorming een zaak van het college is. Ten aanzien van de rondvraag wordt opgemerkt, dat Uw reglement van orde die niet kent. In onderling overleg is gekozen voor het tijdig tevoren indienen van schrifte lijke vragen, die dan vervolgens schriftelijk worden beantwoord. In dit systeem is dan nog slechts ruimte voor nadere opheldering, te vragen door de vragensteller zelf. Slechts bij hoge uitzondering moeten anderen hierbij betrokken worden. Voor "super- spoed" - vragen bestaat geen geschreven rechtsregel. Alhoewel de indruk bestaat, dat hiervan meer dan strikt noodzakelijk gebruik wordt gemaakt, is de voorzitter bereid hiermede door te gaan, tenzij de raad voor de toekomst zelf besluit, dat er voor de laatste categorie geen gelegenheid meer moet worden gegeven. Rest ons nog hieraan toe te voegen, dat men zich dient te realiseren, dat het beantwoorden van vragen, zeker als die veelvuldig worden gesteld, tijdrovend en dus geldverslindend is, maar een selectief gebruik van deze mogelijkheid zal zeker het functioneren van de raad en de democratie ten goede komen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1979 | | pagina 180