De heer Kannekens zegt, dat hetgeen de heer van de Merbel over Oud Gastel naar voren heeft gebracht niet juist is. Onze gemeente heeft lang genoeg op de gegevens van de gemeente Oud Gastel zitten wachten, maar die kwamen niet af. Het had dan misschien wel wat voordeliger kunnen uitvallen, maar dan had men toch wel voorzieningen moeten treffen voor plan Oost. Hij is in het bezit van een brief van de gemeente Oud Gastel van ruim jaar geleden en sedertdien is niets meer vernomen. Wethouder Fakkers zegt, dat er nog wel een aantal punten zijn te noemen, die onvoordeliger uitkwamen, indien men op het systeem van Oud Gastel had aangesloten. Hij deelt de heren van de Merbel, Munters en van Dis ten aanzien van de financiële kant mede, dat de kern van de zaak is los van de cijfers de gelijke rechtsbedeling. Zowel de commissie als het college zijn uitge gaan van de gelijke rechtsbedeling, voorzover dit mogelijk was. Hij wil niet ontkennen dat er niet nadrukkelijk over andere mogelijkheden is ge sproken. Telkens kwam men en de commissie was daarin unaniem - op dit model juist om daar nog te proberen enige gelijke rechtsbedeling mogelijk te maken. In de wandelgangen is zojuist de suggestie gedaan om met een gedifferentieerd tarief te werken voor degenen die nog niet betaald hebben. Dit is ook een zaak die men kan verdedigen evenals men kan zeggen dat de kosten kunnen worden omgeslagen voor het gehele dorp Fijnaart. Uit een oogpunt van gelijke rechts bedeling heeft het college voor deze mogelijkheid gekozen en dit ziet het college nog als de meest reële mogelijkheid. Het college is zich ook bewust van de moeilijkheden die daaruit kunnen voortvloeien. Er is een uitvoerige be cijfering opgesteld per woning in dit gebied waarin o.a. staat hoe de kosten per woning liggen, hoeveel de onderhoudskosten bedragen die betaald hadden moeten worden en van de entreegelden die niet betaald zijn en hoe dit alle maal verrekend gaat worden. Het college heeft dus bewust voor deze mogelijkheden gekozen en is ook voor nemens om dit vast te houden. Overigens wil hij niet tekort doen aan het cijferwerk, want dit is een gevolg van het standpunt dat men inneemt. Hij deelt verder de heer van Dis ten aanzien van de door hem genoemde 1.3 miljoen gulden en de korte tijd dat de leden gelegenheid hebben gehad om dit te be studeren mede, dat het college de stukken één maand voor de raadsleden ter visie heeft gelegd. Hij wil niet ontkennen, dat het geen ingewikkelde pro blematiek is, doch dit is een gevolg van de gehele C.AI-geschiedenis Het college is er ook een voorstander van dat er in de gemeenterekening geen vermenging van kosten mag plaatsvinden. De entreegelden zijn ook berekend als alternatief en aangevoerd vanwege de afdeling financiën, die dit een voordelige zaak vindt. Hij kan het daarom ook eens zijn met de woorden van de heer Munters, dat de resultaten van de enquête moeten meetellen bij de vraag of men wel of geen entreegeld zal heffen. De offertes worden geacht bindend te zijn tot 30 juni 1979, hetgeen staat ver meld op blz. 7 van het bestek. Bovendien moeten de in de offerte vermelde prijzen bindend zijn gedurende cfe gehele levertijd. Prijswijzigingen tengevolge van de stijging van de lonen en materiaalprijzen zullen echter kunnen worden verrekend volgens een glijdprijsformule gebaseerd op indexcijfers van het C.B.Ï Op verzoek van de voorzitter geeft de heer Verschoor lid van de technische ad-hoc commissie C.A.I. - vanaf de publieke tribune een toelichting op de glijdprijsformule Wethouder Fakkers deelt ten aanzien van de betalingsregeling mede, dat de betaling van installateur per wijk als volgt zal geschieden: 90% van de aanneemsom wordt gedeeld door het totale aantal aansluitingen en vermenigvuldigd met het aantal in de betreffende wijk gereedgekomen exploi table aansluitingen, met dien verstande, dat de som van de vervallen bedragen nimmer de totale aanneemsom mag overschrijden. De resterende 10% wordt 3 maanden na gereedkomen van het gehele werk uitbe taald, wanneer de installatie door de installateur in goede staat is - opgeleverd -

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1979 | | pagina 135