- 7 - Eveneens zal zijn opmerking over het gebruik van de jaarabonnementen tij dens de zwemvakantieperiode worden bezien. Hij wil hierbij echter wel op merken, dat dit tot op heden nog geen problemen heeft opgeleverd. Er is gesteld, dat de tarieven vrij laag zijn en daarom mag voor een goed zwem bad een redelijke prijs berekend worden. Uitgangspunt dient te zijn, dat de prijs niemand mag weerhouden om te gaan zwemmen. De zaak zal daarom nog een keer worden bezien door de Com missie waarna de raad in augustus of september de gelegenheid krijgt om zich er serieus over uit te spreken. De heer van Dis is het hiermede niet eens, omdat zijn ervaring is, dat men ze de volgende keer dan maar met 6 of 7% mag verhogen. Er is twee jaar geen gebruik van het zwembad gemaakt en thans is het het juiste moment om van een goede basis uit te gaan. Doen we dit nu niet, dan is hij er van overtuigd, dat het weer aansukkelen blijft. Nu het college de opmerkingen van de raad heeft gehoord is hij blij, dat hier andere op merkingen zijn gemaakt dan in de commissievergadering. De raadsleden dragen de financiële verantwoordelijkheid. Hij zou hot daarom op prijs stellen indien het college in de raadsvergadering van 26 januari a.s. met een geheel nieuw herzien voorstel komt. Het voorstel van colle ga Lauy/ers, om voor de kinderen van 6-16 jaar een afzonderlijk abonne ment voor de zwemlessen in te voeren, wordt door hem ondersteund. Hij dringt er sterk op aan om de tarieven voor het eenmalig zwemmen be hoorlijk te verhogen. Indien dit wordt gedaan heeft men voor het vervolg een goed uitgangspunt voor de aanpassing van de tarieven. De heer Lauwers is van oordeel dat het voorstel van de heer van Dis niet ver afwijkt van hetgeen hierover in de commissie is gezegd. Ook in de commissievergadering is gezegd, dat de tarieven voor het eenmalig zwem men verhoogd zouden kunnen worden, om deze te brengen op het peil, zoals deze gelden in de omliggende gemeenten. De tarieven voor het zwemmen door de bejaarden en gehandicapten moet men niet verhogen, daar deze reëel zijn. Ook hij spreekt zich uit voor de verhoging van de tarieven voor het eenmalig zwemmen. De heer Kannekens is van mening, dat men bij de tarieven niet alleen reke ning Hemt te houden met de gehandicapten en bejaarden, maar ook met gezin nen met dr-.c of vier kinderen, die rond moeten komen van het minimumloon. Deze gezinnen zullen het moeilijk krijgen indien zij een duur kaartje voor het zwemmen moeten betalen. Het moet niet zó worden, dat de kinderen uit deze gezinnen, vanwege de hoge tarieven, niet kunnen gaan zwemmen. De heer van der Werf kan in grote lijnen met het voorstel van de heer van Dis, tot verhoging van de tarieven voor het eenmalig zwemmen, meegaan. Hij is van mening, dat is gesteld dat men op deze basis zou beginnen en dat in juni a.s. de commissie weer zou vergaderen om dit te bekijken samen met nog een aantal andere punten, die thans neg niet in de verordening zijn opge nomen. Hij zou het daarom zcr op prijs stellen, dat de commissie zich eerst nog eens uitspreekt over de punten, die thans niet in de verordening zijn opgenomen. De punten waarover thans is gesproken kunnen dan gelijktijdig worden bezien. heer deSchutter kan instemmen om thans de tarieven voor het eenmalig zwemmen voor volwassenen te verhogen. De rest moet dan later nog maar eens worden bezien. De voorzitter vindt het prettig vanuit de raad te mogen vernemen, dat het college met de tarieven te laag zit en dat deze verhoogd dienen te worden, zeker ook als het college van oordeel is, dat deze tarieven laag zijn. Om de zaak eerst nog eens door de commissie te laten bezien kan een goede zaak zijn, mede gelet op hetgeen de heer van der Werf hierover heeft gezegd.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 9