- 11 -
Hij verwijst hiervoor naar de blz. 51 en 52 van de notulen van de
raadsvergadering van 22 december 1977. Was het thans zó, dat er
geen zicht op was wanneer een nieuwe school gebouwd zoü wórden dan
zou zijn fractie er geen moeite mee hebben om vóór dit Voorstel
te stemmen.
Mij brengt ook nog in herinnering dat er in het verleden verschil
lende scholen ook bijzonder moeilijk hebben gezeten en hebben moeten
roeien met de riemen die ze toen hadden. Dit heeft jarenlang ge
duurd
De heer van Dis wil de vragen, die hij bij de ingekomen stukken
heeft gesteld thans stellen aan de heer Lauwers.
Verder wil hij nog wel opmerken, dat er bij verschillende onderwer
pen in deze vergadering van de agenda is afgeweken. Hij zou het
daarom bijzonder op prijs stellen indien de voorzitter en de leden
zich willen houden aan hetgeen op de agenda staat vermeld.
De heer Kannekens gaat in op de opmerking van de heer Lauwers, dat
hij de raadsleden tart waar te maken, dat tijdens de verkiezings
campagne is gezegd dat de raadsleden vóór een 4e Jarinolokaal zouden
zijn. Hij wil daarom van hem hiervoor de bewijzen hebben, dat dit zó
zou zijn gezegd. Hij zegt, dat er in het verkiezingsprogramma van
zijn partij heeft gestaan: "Goed onderwijs staat op ons programma",
maar geen 4e Jarinolokaal.
Door collega Lauwers is ook gesteld, dat de leerlingen van de open
bare school heen en weer worden getramd.
Deze opmerking van de heer Lauwers past niet in deze zaal.
De raad is nl. bezig om voor alle kinderen zo goed mogelijk onderwijs
tot stand te brengen, zowel voor het openbaar als voor het bijzonder.
Als gemeentebestuurders is men dat verplicht. Hij geeft de heer Lau
wers in overweging de namen van de leerlingen te lezen, die voor
de verschillende klassen zijn opgegeven.
Van de voorzitter wil hij vernemen hoeveel leerlingen er voor een
vierde lokaal nodig zijn.
De voorzitter deelt hem mede, dat, indien het college het nodig oor
deelt, dat er een vierde lokaal moet worden gehuurd, zij daar haar re
denen voor heeft.
Toetsing van het aantal lerlingen heeft op voldoende wijze plaats
gevonden
De heer Kannekens heeft zijn bedenkingen tegen de namen van de
ierlingen die op deze lijst staan vermeld.
In het verleden heeft hij daarover ook al eens een opmerking gemaakt.
Hij vraagt daarom aan het college een onderzoek in te stellen naar
de juistheid van de namen.
De voorzitter deelt hem mede, dat vorige week maandag nog een onder
zoek ingesteld is in hoeverre het aantal van 91 "hard" was.
Uit dit onderzoek is gebleken dat het getal van 91 voldoende "hard"
was. Meer wil hij hierover niet zeggen.
De heer Lauwers geeft de heer iunters gelijk over hetgeen hij heeft ge
zegd tijdens de rondvraag in de vergadering van 22 december 1977.
Zijn tegenwerping is echter, dat de praktijk uitwijst dat het al
tijd later wordt dan wordt aangenomen. Als de door hem geraadpleegde
deskundigen gelijk krijgen wordt het maart 1979. Rekent men daarbij
nog een maand voor de inrichting dan komt het er wel op neer dat
deze kinderen één compleet jaar in een dependance worden gezet.
Hem is maar één bouwwerk bekend, dat op tijd gereed is gekomen en
dat is de verbouwing geweest van "de Witte Roos".
De heer Munters zegt, dat het kardinale punt nu is dat men met de
bouw is begonnen en dat het niet nog eens maanden getraineerd kan
worden door het ontbreken van de nodige goedkeuringen van andere
overheidsinstanties