- 8 - Omtrent het verzoek van de Julianaschool en Kennedyschool inzake verhoging van het bedrag per leerling deelt hij mede, dat hieraan thans wordt gewerkt en dit bezien wordt bij de voorbereiding van de samenstelling van de gemeentebegroting 1979. De gemeente-secretaris deelt de heer van Dis ten aanzien van de dubbele aanvraag mede, dat dit een vrij formele zaak is. Er is in 1975 door de Chr. Nat. School een aanvraag ingediend die betrekking had op herstel van een aantal zaken, die nog een gevolg waren van de watersnoodramp van 1953. Nadat de werkzaamheden waren uitgevoerd zijn de kosten hoger uit gevallen dan het destijds beschikbaar gestelde krediet. Hiervoor is door het schoolbestuur een nieuwe aanvraag ingediend. Daarover kan men van mening verschillen of dit wel de juiste weg is. Met de wet in de hand is dit echter niet de juiste weg. Hierna kwamen nog een aantal andere problemen aan de orde zoals vervanging van de ketel van de centrale verwarming. Dit behoort niet onder de uitgaven bedoeld in artikel 72 der Lager-onderwijswet In het bedrag per leerling is een norm opgenomen voor reservering voor de vervanging van de ketel van de centrale verwarming. De afschrijvingstermijn voor zo'n ketel is gesteld op 15 jaar. Omdat hier nog sprake is van een kwestieuze zaak ten gevolge van de watersnoodramp, en de latent aanwezige problemen heeft het col lege op een gegeven moment besloten - na ingewonnen advies van de inspecteur - te trachten een modus te vinden. Deze modus is moeilijk, omdat er nog een ander gebouw op de centrale verwarming van de school is aangesloten. Indien de raad vanavond besluit om de gevraagde medewerking te ver lenen zullen nog niet alle problemen verholpen zijn. Het blijft een oude school. Door de terugloop van het aantal leerlingen komen er lokalen leeg te staan die ook van tijd tot tijd verwarmd moeten wor den. Hij geeft toe dat het misschien geen mooie oplossing is, maar het is wel dé oplossing geweest voor de problemen die tot op dit moment bij het college bekend zijn. De heer Munters is maar gedeeltelijk tevreden gesteld met het ant woord. Hij is van mening dat het college zelf moet beoordelen over welke zaken de commissie moot adviseren. Omtrent het verzoek van de Julianaschool en Kennedyschool inzake verhoging van het bedrag per le«iing wil hij op het ogenblik niet discussiëren of er een hoger bedrag moet worden vastgesteld. Hij zou het echter wel op prijs hebben gesteld, nu er toezeggingen zijn gedaan, dat deze ook waren gehono reerd, hetzij dat het huidige bedrag gehandhaafd zou blijven of dat het eventueel zou worden verhoogd. Zulke zaken moet men direkt bezien en dat behoeft heus geen maanden te duren. Het jaar 1978 is inmiddels al weer voor een groot gedeelte verstreken en de schoolbesturen staan weer voor een nieuw school jaar en het zou daarom voor deze schoolbesturen prettig zijn geweest indien zij geweten hadden waaraan zij toe zijn. Hij dringt er daarom met klem op aan, dat deze zaak zo spoedig moge lijk wordt afgewerkt. De heer van Dis merkt op dat het verstandig zou zijn indien men zich houdt aan het agendapunt. Hij dankt de secretaris voor de gegeven toelichting, doch hij heeft echter geen antwoord gehad op zijn vraag waarom de afwerking 10 maanden heeft moeten duren. Deze school kan het geld ook zeer goed gebruiken. Hij kan echter de problemen goed begrijpen, maar is toch van oordeel dat het col lege toch eerder met dit voorstel bij de raad had kunnen komen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 94