Zou deze beslissing thans worden genomen dan is hierin de Commissie Ruimtelijke Ordening noch de raad voldoende gekend. Dit is een ;otaal nieuwe gedachte; die ontsproten is naar aanleiding van de ingediende bezwaarschriften, waardoor er een detailpunt uit het plan is gelicht. De heer van Dis zegt, dat in het voorstel staat dat binnen één jaar een definit .ef voorstel aan de raad zal worden gedaan. Waarom is deze termijn van één jaar gekozen? Is dit een urgente zaak en kan dit niet wat langer wachten omdat er ook nog een ruilverkavelingsplan bestaat? Is deze termijn van één jaar een bindend motief voor het college en kan de raad daarop reke nen met alle consequenties ook aan de andere kant daarvan? De voorzitter deelt hem mede, dat dat jaar in zoverre bindend is dat, indien de raad conform het voorstel besluit dan inderdaad een harde toezegging is gedaan in de richting van de indieners van de bezwaarschr Lften Uit de woorden van wethouder Fdkers heeft de raad kunnen opmaken dat het voo- het college een zodanig knelpunt is in het totaal van de verkeersoroblemen die opgelost moeten worden, dat dit een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het op te stellen structuurplan. In het schena van het college moet hierin binnen één jaar een beslis sing worden genomen. Indien de raad dus conform het voorstel besluit dan is dit 5ok op grond van een morele overweging tegenover de in dieners van de bezwaarschriften. De raad bes Luit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel instellen adviesorgaan inzake plannen en maatregelen op het terrein van het kaderwet-welzijn, volgnr. 78-VIII-61. De heer van der Werf deelt mede, indien tot instelling van een wette lijk adviesorgaan wordt overgegaan, dat dit dan op grond van de wet ook de bevoegdheden krijgt en het voor het zeggen heeft wat er moet gaan gebeuren. Dit orgaan kan dan alleen maar adviseren aan burgemeester en wet houders. Hij stelt voor om over te gaan tot het instellen van een werkgroep, die niet op de wet steunt. Indien deze werkgroep met ad viezen komt zouden die behandeld moeten worden in de Commissie On— derwijE-r Culturele- en Sport- en Jeugdzaken. Deze Commissie kan dan zien wat er moet gaan gebeuren. Hij vraagt of alle daarvoor in aanmerking komende verenigingen wel een aanschrij ving hebben ontvangen. Hij is van oordeel dat er verenigingen zijn ver geten. Er liggen drie rapporten bij het raadsvoorstel ter inzage, die hij reeds verschillende malen heeft gelezen. Het zou naar zijn mening raadzaam zijn, dat die punten uit deze rapporten worden gelicht, die voor de gerreente F'ijnaart en Heijningen van belang zijn voor de sub sidieregeling. De heer Bo; kan de woorden van collega van der V/erf volledig onder schrijven «n hij stelt voor dit voorstel terug te nemen om het eerst uitvoerig te laten behandelen in de Commissie Onderwijs-, Culturele-, en Sport- <n Jeugdzaken en dan met een voorstel te komen in de raad in zijn nieuwe samenstelling. De voorzitter deelt de heer van der Werf mede, dat de raad verplicht is om een ïïïviesorgaan in te stellen. Het gaat er thans niet om wie er in dit orgaan komen te zitten en welke taken het moet krijgen. Hij heeft ook de indruk dat er enkele verenigingen zijn vergeten en inmiddels j.ijn er al een paar bekend, die alsnog een aanschrijving zullen ontvangen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 91