De Commissaris adviseert over deze aangelegenheid gedeputeerde de Geus te
raadplegen en ook te trachten met de indieners van het bezwaarschrift en
de plaatselijke commissie tot een vergelijk te komen. Hij vindt de verkeers—
structuur echter van dermate groot belang dat hij de gemeente erop wil wijzen
ook via bestemmingsplannen naar oplossingen te zoeken.
Met instemming van de Commissaris geeft de voorzitter de gelegenheid aan de
raad andere onderwerpen te bespreken met de Commissaris.
De heer Evers heeft geen vragen, zegt het bezoek van de Commissaris zeer op
Prijs gesteld te hebben en verlaat hierna met de heer van der Werf de bijeen
komst
De heer Kannekens vraagt de Commissaris of hij tegen vierendeling van de
provincie is. De Commissaris zegt dit zondermeer met ja te kunnen beamen.
De heer van Dis zegt blij te zijn met het bezoek van de Commissaris. Hij
constateert dat de afstand van den Bosch naar de regio vaak te groot is.
Juist vanwege die afstand heeft hij geen bezwaren tegen een vierendeling van
Brabant
De Commissaris vraagt de heer van Dis eens voorbeelden te noemen waaruit
blijkt dat communicatiekanalen verstopt zitten.
De heer van Dis noemt de goedkeuringsprocedure rond het plan "Buitengebied".
De Commissaris zegt dat het door de raad vastgestelde plan eind november is
ingediend en in mei jongstleden door de P.P.C. is behandeld. Daarnaast geeft
de Commissaris een opsomming van de overige plannen welke bij de provincie
liggen, zoals het vastgestelde bestemmingsplan omgeving "Gemeentehuis" dat
wellicht binnen veertien dagen wordt goedgekeurd, het plan "Oost II" waar
omtrent het vooroverleg is afgerond en dat nu door de raad moet worden vast
gesteld en het plan 'Paulus Potterstraat" dat eveneens in het kader van het
vooroverleg is behandeld.
De heer van Dis noemt vervolgens het probleem rond de groei van de kleine
kern Heijningen.
De Commissaris zegt dat bij de provincie geen plan voor Heijningen bekend is.
De problematiek van de kleine kernen wel, doch dit is volgens hem van een
andere orde.
Ook de heer Bos vraagt de bijzondere aandacht van de Commissaris voor de
kleine kernen. Hij zegt provinciebestuurders gesproken te hebben die zelf
versteld stonden van de lange behandelingsduur van de plannen door de P.P.D.
Hij vraagt de Commissaris ervoor te waken dat Gedeputeerde Staten geen ge-.c.
vangenen worden van de P.P.D. Overigens heeft hij 16 jaar op het bezoek van d
Commissaris aan deze gemeente gewacht, maar is desalniettemin erg blij met
dit bezoek.
De Commissaris zegt de door de heer Bos gesignaleerde problemen niet te
kennen van bestuurszijde, noch van de leden van Gedeputeerde Staten, noch
van Provinciale Staten. De problemen rond de groei van de kleine kernen zijn
ook bij hem bekend. Hij roept daarbij de situatie in oost en midden Brabant
in herinnering. Hij is voorstander van een dorpenplan. Nu oude opvatting
over de bevriezing van de ontwikkeling van de kleine kernen is verlaten,
liggen er volgens hem nieuwe mogelijkheden, ook voor Heijningen.
Nieuwe mogelijkheden zijn daarbij in studie waarbij vooral gezorgd moet
worden dat de groei niet te snel en te groot van omvang wordt.
Hij vindt dat Brabant moet oppassen voor een te grote overloop vanuit de rand
stad. Overigens wijst hij erop dat lij eventuele groeiverwachtingen rekening
moet worden gehouden met een terugloop van de bevolking.
De lieer Bos wijst erop dat het de bedoeling is orn in het nieuwe bestemmings
plan Heijningen alleen de eigen behoefte op- te vangen.
De Commissaris stelt dat de gemeente die plannen moet maken welke zij nodig
acht, uiteraard met inachtneming van geldende normen t.a.v. groei.
Het moet daarbij niet zo zijn dat de gemeente blindelings de zienswijze van
de P.P.D. volgt.