- 10 -
17. Rondvraag (eventueel schriftelijk gestelde vragen).
De voorzitter deelt de heer Lauwers mede, dat zijn vraag over de
aanschaf van een beregeningsinstallatie voor de sportvelden zal wor
den behandeld in de vergadering van de Commissie Openbare Werken en
Bedrijven op 9 mei a.s.
Verder heeft het college de navolgende schriftelijke antwoorden ge
geven aan
1. De heer Munters over zijn vraag over de betaling van publiekrech
telijke lasten van de openbare school door de gemeente in relatie
tot de bijzodere scholen.
De heer Munters meent uit dit antwoord te moeten constateren, dat
het vóór 1978 niet helemaal volgens de regels is gebeurd, waarop
de voorzitter antwoordt, dat dit nog zal worden rechtgetrokken via
de zgn. vijfjaarlijkse afrekening met de bijzondere scholen.
2. De heer Bos over de standplaatsen voor de straathandel op de Voor
straat waaraan door hem wordt toegevoegd dat men hiermede zeer voor
zichtig moet zijn.
De heer van Dis vraagt om bij deze zaak de huidige standhouders de no
dige inspraak te geven, want er schijnt nog al wat ongerustheid bij
hen te zijn onstaan.
De voorzitter zegt, dat destijds is besloten om tien standplaatsen
uit te geven.
Alle tot nog toe ingekomen aanvragen om een standplaats zijn der
halve afgewezen en het is niet de bedoeling om dit uit te breiden
tot elf of twaalf. Wel is het college op grond hiervan van mening,
dat het wenselijk is om een onderzoek hieromtrent te doen instellen,
hetgeen echter niet wil zeggen dat er al een uitspraak door het
college is gedaan voor een weekmarkt.
Er zal zeker overleg met de huidige standhouders worden gepleegd.
3. De heren Bos en Evers over een informatief stencil voor de aanvragers
van bouwvergunningen dit naar aanleiding van de 14e wijziging van de
Bouwverordening.
De heer Bos vraagt in dit verband nog om aan de belanghebbenden dan
wel zeer uitgebreide inlichtingen te verstrekken.
De heer Lauwers kan niet inzien waarom het niet mogelijk is dat hier
van geen stencil kan worden gemaakt, waarop de voorzitter antwoordt»
dat aan de belanghebbenden nu al kopieën worden verstrekt van artike
len uit de Bouwverordening of voorschriften behorende bij een bestem
mingsplan.
De voorzitter deelt nog mede, dat door de heer van Dis een drietal
vragen zijn gesteld, die het college niet meer schriftelijk heeft
kunnen beantwoorden, zodat hij hierop een mondeling antwoord zal
geven
1. Welke hoogdragende leningen d.w.z. met een rentevoet van boven de 7%
kunnen vervroegd worden afgelost; tegen welke koers en op welke
datum?
Hij verwijst hiervoor naar de staat M behorende bij de begroting 1978
waaruit blijkt dat het er ruim 25 zijn. Dit zijn uiteraard wel le
ningen van de laatste tijd. In de meeste geldleningovereenkomsten
staat een bepaling, dat de eerste tien jaar niet vervroegd kan wor
den afgelost. Er is momenteel geen enkele lening die binnenkort
voor vervroegde aflossing in aanmerking komt.
2. Heeft het college van burgemeester en wethouders objectieve advi
seurs t.a.v. financieringspolitiek? Zo neen, waarom niet, zo ja,
welke?
Het college heeft als adviseurs de chef van de afdeling financiën.
Bovendien wordt er regelmatig ruggespraak gehouden met de Provincia
le Griffie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.