- 4 - De heer Lambregts spreekt de volgende rede uit: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, Met genoegen heb ik de taak op mij genomen als nestor van deze raad enige woorden tot U te richten. In de eerste plaats dank ik U (en ik denk wel dat ik de tolk ben van alle raadsleden) voor Uv; welgemeende wensen voor ons en onze gezin nen. Ik doe dat ook eveneens voor U van ons. U als hoofd van de Fijnaartse gemeenschap wensen wij dan ook alle wijs heid en kracht toe. Vooral een goede stuurmanskunst om de gemeente ook dit jaar weer een rechte koers te laten varen, ondanks alle ondiepten en/of klippen die U zult tegenkomen. Wij zijn er van overtuigd, dat U dat niet alleen kunt, daarom moeten wij dan ook allen daaraan medewerken en als het nodig is als één man achter U staan, met andere woorden, bij gevaar alle hens aan dek. Ik zou in herhalingen vallen wanneer ik ook nog eens verschillende projecten of anderszins, die voor dit jaar op de agenda staan, aan roer. In de laatste begrotingsvergadering is daar al genoeg over gezegd. Ik hoop alleen, dat ze zoveel mogelijk in vervulling mogen gaan. In de pers hebben we kunnen lezen dat de kleine kernen volop in de be langstelling staan. In Uw rede, mijnheer de voorzitter, bent U hierop nog dieper ingegaan vooral wat betreft Heijningen. En ik als geboren en getogen Heijninger kan daar niets dan heel verheugd over zijn, en zeker nog een raadslid met mij. Misschien komt Oudemolen ook nog eens aan bod. Men zou misschien kunnen zeggen dat het kostbare leefbaarheids-onderzoek zijn nut bewezen heeft. Wat er verder zoal in de gemeente Fijnaart en Heijningen reilt en zeilt wil ik me nu niet in verdiepen. Dit is dan ook door St. IJicolaas met zijn rijmpje, of zo U wilt gedich tenbundel, zo algemeen, kundig en humoristisch weergegeven (van mij alle lof),lat ik er verder het zwijgen toe doe. Rest mij nog vooral mijn collega's, hun gezinnen en zaken een voor spoedig nieuwjaar toe tc wensen. Met Gods zegen zal dit waarachtig weer wel goed gaan. De voorzitter bedankt de heer Lambregts als nestor van de raad. Hij vindt het prettig zijn rede te hebben mogen aanhoren. Het is niet de bedoeling gev/eest om met zijn nieuwjaarsrede een voorpagina van de krant te willen halen, maar enkel en alleen maar een paar dingen te willen zeggen. Hij heeft er evenmin behoefte aan gehad om de grenzen van de eigen gemaante te overschrijden. Men moet dit meer zien als een poging om in alle bccheidenheid elkaar eens aan het denken te zetten. Niettemin is hij blij, dat de heer Larnbregts zijn rede heeft willen uit spreken 2Ingekomenstukken en mededelingcnvolgnr. 78-1-3 De heer van Dis merkt ten aanzien van punt e (brief van de Minister van Binnenlandse Zaken inzake vergoedingen aan raadsleden en commissieleden) dat dit onschuldig onder ingekomen stukken is vermeld. Hij heeft begrepen, dat het college het een automatis"a vindt dat de raads leden steeds de maximale vergoeding krijgen, zoals die is vastgesteld door de Minister voor de gemeenten met een inwonertal van 6.000 - 10.000 inwoners Hij vindt het onjuist, dat men aansluiting bij het maximum zoekt, daar deze gemeente maar 6200 inwoners telt. Het houdt in een verhoging van 8% en ge zien de inflatiebestrijding - waaraan ook de raad medewerking moet verlenen acht hij een verhoging van 3 of 456 voldoende.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 6