De heer van Dis vraagt wie er bepaalt wat een muziekschool is. De voorzitter deelt mede, dat het college er vanuit gaat dat het iemand moet zijn, die een zekere erkenning geniet, hetgeen zal die nen te blijken uit behaalde diploma's. Het college is met een be paalde ontwikkeling in het dorp bepaald niet ontevreden. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot vaststelling van de verordening tarieven gebruik van het instructiezwembad, volgnr. 78-VI-38. De heer Evers merkt ten aanzien van artikel 2, punt 5, op dat een groep van 20 personen voor gehandicapten voor D.S.O. een onhaalbare zaak is en vraagt om dit stal te willen wijzigen in 30. De heer van Dis wil over de bedragen thans niets meer zeggen. Hij deelt wel mede dat er in artikel 3 regel drie vanonder staat: "van een ouder of een begeleid(ster) en boven de leeftijd van 16 jaar". Het woordje "en" dient naar zijn mening te vervallen. De voorzitter deelt mede, dat het college deze wijziging overneemt. De heer Lauwers heeft zich na het lezen veel zorgen gemaakt over het vrije zwemmen met name in de periode A. Volgens een dar hem aan de hand van een voorlopig opgesteld rooster gemaakte berekening zou de badmeester voor de groepen 1 tot en met 8 1789 uren moeten werken. Hij heeft hierbij alleen rekening gehouden met het schoonmaken bij schoolzwemmen. Een badmeester werkt naar zijn mening 1600 uur per jaar. Wanneer moet er dan vrij zwemmen worden gegeven? Kan het college hiermede met twee badmeesters uitkomen? Hij geeft daarom in overweging dit nog eens na te gaan of dit waar gemaakt kan worden. De heer Kannekens vraagt of de oude zwemleskaarten en zwemabonnementen, waarvan de desbetreffende pesonen maar voor een gedeelte gebruik hebben nen maken nu helemaal zijn vervallen. Of kunnen zij voor de nog niet gebruikte termijn zonder bijbetaling nu nog gebruik maken van deze abonnementen als het zwembad straks wordt geopend? Hiervoor is in de ontwerp-verordening geen bepaling opgenomen. De heer van der Werf legt de volgende verklaring af: Mijnheer de voorzitter, Daar de tarievenverordening nogmaals aan de raad voorgelegd wordt, zal ik eerst een opmerking maken over het verslag van de Commissie Jeugd en Sportzaken. Over artikel 3 is door mij steeds gezegd, dat voor de periode B per éénmalig bezoek ƒ.1,in plaats van ƒ.1,75 moest gelden. Met de tarieven voor de periode A zal ik met tegenzin akkoord gaan. De tarieven voor de periode B voldoen niet aan hetgeen waarvoor deze zijn opgesteld. Bij de eerste besprekingen zouden de tarieven in de periode B worden ingevoerd voor de kinderen die om verschillende redenen (o.a. financiële) geen vakantie zouden kunnen nemen. Nu de tarieven voor de periode B (de vakantie-periode voor de kinderen en de bejaarden) nog hoger ligt vraagt ik me wel af is Uw college wel goed wakker geweest bij de samenstelling van deze periode. Wilt U de periode B doorvoeren en de kinderen wat tegemoet komen, dan had U in deze periode dat éénmalig bezoek weg moeten laten. Het schoolzwemmen van ƒ.32,50 op ƒ.40,te brengen is tenslotte maar camouflage, want dit moet tochcpgebracht worden door de belasting centen van de bevolking. De verkoop vaii de abonnementen en de administratie behoort thuis in het zwembad en niet op de gemeentesecretarie, want anders kunnen de ambtenaren en chef—badmeester langs elkaar heen werken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 69