- 7 -
De heer van der Werf heeft gesuggereerd indien een burgemeester, die
lid is van het college van Advies en Bijstand in de Gewestraad zou
wordén gekozen in zijn plaats een wethouder of raadslid uit die ge
meente in dit college van Advies en Bijstand zou moeten worden geko
zen. Het Dagelijks Bestuur is bereid om deze suggestie in overweging
te nemen. De heer Bos heeft omtrent de samenstelling en functionering
van de Gewestraad gezegd, dat men af moet van bij toerbeurt vervullen
van het voorzitter- en vice-voorzitterschap door de burgemeesters van
Roosendaal en Bergen op Zoom, omdat een wantrouwen merkbaar is van de
kleinere gemeenten ten opzichte van de grotere gemeenten.
Hij is zich niet bewust, dat de grote gemeenten aanleiding geven tot
het wantrouwen dat de kleinere gemeenten hebben jegens de twee grote
gemeenten. De suggestie van de heer Bos is wel te verdedigen, omdat
het voor een organisatie niet zo'n goede zaak is, dat het voorzitter
schap gebonden is aan één van degene, die daarvan ook lid is en die
in het Streekgewest een duidelijk geprononceerde positie inneemt, omdat
het dan een wat grotere gemeente betreft. Het Dagelijks Bestuur zou
het daarmede in algemene zin eens kunnen zijn. Bovendien is het ook
niet goed in een organisatie, dat men ieder jaar van voorzitter
wisselt
Deze zaak zal dus eens nader bekeken moeten worden. De reden, voor de
huidige regeling ligt meer op de praktische dan op de theoretische
kant. De praktijk in Nederland is, dat heel veel Gewesten die nog
in een begin stadium verkeren, en die nog niet toe zijn aan een onaf
hankelijke voorzitter dikwijls de burgemeester van de centrum-gemeen
te tot voorzitter kiezen. Dit brengt dan ook het bezwaar met zich mee,
dat zo'n burgemeester dan in een dubbelzijdige positie verkeert. In
West-Brabant komt hierbij nog de extra handicap, dat men een tweepolig
gewest heeft, zodat men met twee burgemeesters, die dan weer bij toer
beurt moeten werken, te maken krijgt. Het Dagelijks Bestuur ziet ook
wel in, dat op het ogenblik de functie van voorzitter nog niet van
voldoende omvang en zwaarte is om hiervoor een vrijgestelde voorzitter
te moeten aantrekken.
Hij zegt toe, dat de zaak van het voorzitter- en vice-voorzitterschap
opnieuw aan de orde komt in het kader van deze bezinning.
Dat is rustig bespreekbaar om de voor- en nadelen op een rijtje te zet
ten. Ten aanzien van de opmerking van de heer Bos of het nu wel ver
standig is deze bezinningsronde te houden nu het einde van de zittings
periode van de huidige raad binnenkort ten einde loopt deelt hij mede,
dat het Dagelijks Bestuur van mening is, dat dit wel zin heeft, omdat
nu gesproken kan worden met raadsleden, die vier jaar ervaring hebben
opgedaan over de functionering van het Streekgewest.
De definitieve beslissing zal waarschijnlijk niet voor het najaar
vallen, zodat ook de Gewestraad in zijn nieuwe samenstelling hierover
zijn oordeel kan uitspreken. De heer van Dis heeft gezegd, dat de ver
gaderingen van de Gewestraad op hem een futloze indruk maken. Indien
een vergadering goed is voorbereid en als de agenda dan in de Gewest
raad aan de orde komt en er in deze vergadering weinig of niets wordt
gezegd, dan kan men daarover van mening verschillen.
Over de verhouding van de kleine gemeenten tegenover de grote gemeen
ten merkt hij op, dat men nu ook niet moet spreken over dit Gewest
als of hier voor het eerst een stukje samenwerking op gewestelijk
niveau aan de orde is. Hij verwijst hiervoor naar de vroegere sub-
regio's Bergen op Zoom en Roosendaal. Er bestaan reeds tal van jaren
gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeenten op plezierige wijze
met elkaar samenwerken. De verhoudingen tussen de grote en kleine ge
meenten staan - voorzover hij kan zien - niet op scherp.