- 18 -
Het toezicht is in dit geval opgedragen aan de dienst gemeentewerken.
Binnen de dienst gemeentewerken heeft hij zichzelf belast met het
hoofdtoezicht en is de heer Nijhoff belast met het dagelijks toezicht.
Een gedeelte van vraag 4 wil de voorzitter buiten de beantwoording
laten, omdat hij vindt, dat dit een constatering van de heer Kan-
nekens is en dit op een bepaalde manier bij hem overkomt.
Wethouder van Dueren den Hollander antwoordt, dat de brief die de
heer Kannekens heeft ontvangen ook bij het college is binnengekomen.
Voor de gevraagde vierde leerkracht wordt een oproep geplaatst,
waarna zo spoedig mogelijk tot benoeming kan worden overgegaan.
Ten aanzien van het v'. arde lokaal wordt door de Oudercommissie ge
steld, dat er bij de aanvang van het nieuwe schooljaar 94 leerlingen
zullen zijn. Indien dit zo is dan zal het college dit positief moe
ten begeleiden. Dit houdt dan ook in dat het college thans met de
voorbereidingen moet beginnen om een vierde lokaal ter beschikking
te stellen. Er wordt in deze brief zelfs gesproken van een Jarino—
lokaal. De oudercommissie gaat er nog steeds vanuit dat hiervoor
een zaal in de Witte Roos zal worden aangewezen.
Het college wil dit vierde lokaal tijdig gerealiseerd zien in die
zin, dat dit tijdig gereed moet zijn, opdat er niet tijdens de va
kanties nog hard aan moet worden gewerkt. Hierover heeft reeds een
gesprek plaats gevonden met de Vereniging voor Openbaar Onderwijs.
Ten aanzien van de gehorigheid in de Witte Roos moet hij bevestigen,
dat dit inderdaad zo is en daarom zal het college alles in het
werk stellen om aan het verzoek, zoals in de brief staat vermeld,
te voldoen.
De heer Kannekens merkt naar aanleiding van het antwoord van de
wethouder op, waarom moeten de raadsleden deze brief dan krijgen nu
blijKt dat er reeds besprekingen zijn gehouden.
Verder deelt hij nog mede, dat op blz. 3 van het door hem genoemde
jaarverslag staat vermeld, wie de vóórstemmers zijn.
Houdt dit in dat degenen die tegenstemmen tegen het openbaar onder
wijs zijn? Hij staat alleen maar een goede oplossing van de proble
men voor.
De heer Bos zegt, dat er indertijd is besloten dat er wekelijks op
de Voorstraat een markt zou worden gehouden waarbij er van elke
branche één vertegenwoordiger zou mogen staan.
Momenteel wordt er een onderzoek ingesteld om het aantal stand
plaatsen uit te breiden, waardoor het assortiment in de verschil
lende branches groter wordt.
Indien dit zo is vreest hij, dat dit niet in het belang van de
marktkooplieden en het publiek is.
Hij vraagt daarom aan het college een schriftelijk antwoord in
wiens opdracht dit onderzoek plaats vindt.
Verder vraagt hij indien de gemeente-secretaris niet aanwezig is in
het vervolg aan de raad te willen mededelen waarom hij niet aan
wezig is.
De voorzitter deelt hem mede, dat de secretaris met vakantie is.
De heer Munters zegt, dat ;nen voor de raadsverkiezingen spannende
weken tegemoet gaat. In verband hiermede vraagt hij zijn collegae om
zich de nodige dicipline te willen opleggen.
De voorzitter brengt in dit verband in herinnering, dat er vier jaar
geleden nogal kwistig met de plakpot is omgegaan.
Hij vraagt daarom om dit jaar alleen gebruik te willen maken van de
verkiezingsborden en geen b ljetten te plakken op viaducten, lan
taarnpalen, P.N.E.M. huisjes e.d.