- 12 - De loopafstand van de Julianaschool naar de Panneboeterstraat is groter dan vanaf de nieuw te bouwen openbare K.B.O. school in plan Oost. De heer Bos handhaaf t zijn voorstel cmhet terug te nemen en hij vindt, dat dit verstrekkender is dan het voorstel van het college en verlangt hierover stemming. De heer Munters vraagt of het voorstel van de heer Bos inhoudt, dat de bouw van dit lokaal in gevaar zou komen en dat het misschien weer een jaar gaat duren alvorens met de bouw kan worden begonnen. Indien dit zo is dan zal er aan het huidige gebouw toch het nodige aan de verwarming moeten worden gedaan. Mocht dit een jaar of meer uitstel vergen dan is zijn fractie bereid het voorstel van het college te aanvaarden. Devoorzitter zegt, dat het niet meer verantwoord is het oude gebouw nog een jaar te gebruiken, gezien de kosten die dit met zich brengt^Een alternatieve plaats in plan Oost II vergt een ver traging van één tot twee jaar. Het college kan pas een aanvraag ingevolge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij Ge deputeerde Staten indienen indien de wijziging van plan Oost uit het vooroverleg is gekomen. Het college is niet bereid om het ontwerp-plan Oost II terug te nemen, omdat er zo spoedig mogelijk woningen moeten kunnen worden gebouwd. De vertraging die dit met zich meebrengt is voor het college onaanvaardbaar. De heer Bos zegt hetgeen door de heer Munters over die verwarming wordt gezegd reeds twee jaar geleden bekend was omdat het college toen al aan een firma een offerte heeft gevraagd voor het herstel len of verbeteren van die verwarming. Ondanks het feit, dat die firma een prijsopgave heeft verstrekt is er nooit een antwoord gegeven. Er was toen dus voldoende gelegenheid om deze situat i j in plan Oost wel in te bouwen, omdat men toen nog volop met de voorbereiding bezig was. Naar zijn persoonlijke mening heeft het college dit doelbewust niet gewild. Uit dien hoofde zal hij tegen het voorstel van het college stemmen. pe heer van Dis is van mening dat de situatie, die al jaren slecht is in dit gebouw met een uitstel van desnoods drie maanden niet wezenlijk zal verergeren. Op principiële gronden moet hij tegen stemmen, omdat het college de raad in een onhoudbare situatie heeft gemanoeuvreerd, door be wust in het najaar bij de onderhandelingen met de P.P.D. over plan Oost - terwijl men heel goed wist dat er aan dit gebouw iets moest gebeuren - hiermede geen rekening te houden. De voorzitter moet dit ten stelligste ontkennen. De heer Munters merkt nog op dat de raad in zijn geheel dan toch ook wel heeft gefaald. Deraad besluit vervolgens met acht stemmen vóór en drie stemmen tegen het voorstel van burgemeester en wethouders aan te nemen. Vóór stemmen de leden: Lambregts, KannekensEvers, Munters, de Schutter, van der Werf, van Dueren den Hollander en Fakkers. Tegen stemmen de leden: van Dis, Bos en Lauwers. Voorstel vaststelling planprocedure Openbare Biblic.t.heekwerk volgnr78—IV-26 De heer van Dis zegt, dat met dit voorstel de raad tegen de muur gesteld wordt. Het gaat hier om een plan dat zal gelden tot 1983. Vóór 1 april a.s. moet er dus een beslissing worden genomen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 41