-21-
De CDA fractie i.s bevreesd dat er in plaats van overbewinkeling
een onderbewinkeling aan het ontstaan is.
In de vorige 4-jaarlijkse periode is hierover al eens het een
en ander gezegd.
Dit is ook de reden geweest, dat de V.V.D. fractie zich heeft
ingespannen voor een goede winkel in plan Westkreek, omdat men
wel kon zien aankomen wat er hier aan het gebeuren was.
De heer Munters gelooft, dat dit besluit ook zichtbaar geweest is.
De heer van Dis is van mening, dat dit geheel goed is geweest.
De heer Munters zegt, dat hij hierover dan wel van mening verschilt.
De heer van Dis vindt, dat de mensen in plan Westkreek dit een
onmisbare zaak vinden.
De heer Munters zegt, dat het om het totale beleid gaat en niet
voor een bepaald gedeelte van de gemeente.
De heer van Dis voert hiertegen aan, dat toen het argument tegen
die winkel de overbewinkeling was en niet de onderbewinkeling
De heer Munters zegt, dat er toen heel andere gronden waren.
Degenen die toen tegen deze zaak gestemd hebben, hebben gezegd:
"Wat we nu aan het doen zijn is in Fijnaart een 38e breedtegraad
trekken. Wanneer die winkel daar wordt gebouwd, dan betekent dat
tevens dat we de integratie van Fijnaart sterk tegenhouden".
De gevolgen van dit beleid zijn thans duidelijk zichtbaar.
De heer van Dis deelt mede, indien hij zich goed kan herinneren,
dat er toen een brief van de Middenstandsvereniging was, waarmede
het CDF zich kon verenigen dat dit niet. moest doorgaan vanwege
de overbewinkeling.
De heer Munters stelt, dat het dan in de raad anders is vertaald.
De heer van Dis kan, instemmen met de verhoging van de hondenbe
lasting en ook wat betreft de invoering van de penning hiervoor.
Dat de verkoop van woningwetwoningen een moeilijke zaak is kan
hij wel onderschrijven, maar zijn fractie heeft haar eigen op
vattingen en is niet overtuigd van de andere argumenten.
De heer Kannekens vraagt de heer van Dis welke opvattingen zijn
fractie daarover heeft.
De heer van Dis antwoordt, dat hij in eerste ronde heeft gezegd,
dat het welzijn van de burger is gediend met het bezit van een
eigen woning. De praktijk wijst uit, dat de mensen blij zijn met
een eigen huis.
De heer Kannekens vraagt of de maatschappelijk zwakkeren dan maar
moeten verdwijnen.
De heer van Dis kan niet begrijpen, dat deze conclusie getrokken
wordt nu de raad zelf het nieuwe plan Oost II heeft vastgesteld
waarin de mogelijkheid is opgenomen om een aantal woningwet
woningen te bouwen, zodat ook voor deze mensen heus wel een goede
woning te vinden is. In de vrije sector kunnen deze mensen nog
goedkoper terecht dan in de woningwetsector.
Tot slot deelt hij nog mede, dat zijn fractie straks nog wel een
opmerking wil plaatsen omtrent de verhoging van het percentage
voor de onroerend goedbelasting.
De voorzitter geeft, alvorens tot beantwoording van de opmerkingen
over te gaan, nog gelegenheid om in te gaan op de politieke be
schouwingen, die daarna dan afgesloten kunnen worden.
De heer Kannekens vindt het bijzonder jammer, dat de heer van Dis
ook in tweede instantie blijft zeggen dat de meerderheid van de
grootste fractie de twee andere fracties aan de kant heeft gezet
en dat zij voor het overleg niet zijn uitgenodigd. Hij zegt echter
zeker te weten, dat alle fracties vooraf voor onderhandelingen zijn
uitgenodigd