- 11 - Meer in algemene zin willen wij de beschouwing over de finan ciële positie afronden met de opmerking, dat onze instemming met belastingverhogingen voor een belangrijk deel bepaald wordt door ons vertrouwen, dat de aldus te verkrijgen middelen aangewend worden ten behoeve van welzijnsvoorzieningen. Tenslotte willen wij nog aandacht vragen voor het openbaar vervoer hetwelk naar bepaalde gebieden abominabel slecht is. Het lijkt wel of er bij de B.B.A. niets anders telt dan de rit Fijnaart-Breda. Willen de burgers echter naar Dinteloord- Bergen op Zoom of Rotterdam via Willemstad, dan klopt er van de diverse aansluitingen niets maar dan ook totaal niets. Drie kwartier in de open lucht bij een tussenhalte wachten is daarbij niet zeldzaam. Wij adviseren Uw college hieromtrent nog eens de nodige contacten te leggen. Mijnheer de voorzitter, wij zouden het zeer waarderen indien binnen niet al te lange tijd er een vragen halfuurtje komt voor het publiek na afloop van de raadsvergaderingen. Indien het Uw college moeilijk valt zelf hiertoe met een voor stel te komen, dan zullen wij graag een initiatief voorstel indienen Met de begroting als leidraad willen wij gaarne de door U voor gestelde beleidslijn en plannen nauwgezet blijven volgen. Met opbouwende kritiek daar waar dat nodig mocht zijn. Als straks de Kerstklokken weer het welbehagen in mensen ver konden, dan mogen wij vanuit dat welbehagen in 1979 doen wat onze hand daartoe vindt, tot meerder welzijn van onze gemeente. De heer van Dis legt namens de V.V.D. de volgende verklaring af: De begroting is wederom dankzij de inzet van het secretarie- personeel op tijd klaar gekomen. Alhoewel wij hiervoor erkentelijk zijn, willen wij niet nalaten op te merken dat wij in de streekbladen reeds veel begrotings beschouwingen gelezen hebben. Laten wij hopen, dat wij volgend jaar half november de begroting kunnen behandelen. Een nieuwe lente een nieuw geluid. Wij vragen ons af of dit ook voor dit college zal gelden nu de waarnemend fractie-voorzitter van het C.D.A. daartoe de gelegenheid heeft geboden. Met Uw goedvinden, mijnheer de voorzitter, zal ik op de con crete vragen, die hij gesteld heeft in de tweede ronde terugkomen. Het is goed bij deze beschouwingen op de wethoudersverkiezingen terug te komen. De Fijnaartse kiezers hebben hier recht op. Het C.D.A. vormde de kleinst mogelijke meerderheid en wilde in realiteit geen overleg met de grootst mogelijke minderheid. Wij stonden open voor overleg maar werden gepasseerd. De oorzaak hiervan ligt m.i. in het feit, dat men wel met 4 groeperingen kan samengaan, maar dat dit geen garantie voor homogeniteit is. Ligt hierin niet de oorzaak dat 2 of soms zelfs 3 C.D.A. fractie leden andere groeperingen benaderd. Ik geloof niet dat een dergelijke gespletenheid veel goeds voor de toekomst belooft. Wanneer ik in de beschouwingen van vorig jaar lees dat het toenmalige C.D.F. tegen de combinatie van Voorzitter van de V.M.L. en wethouderschap meende te moeten ageren en dat zij de uitlatingen van deze wethouder ongehoord, ongepast en een loco-burgemeester onwaardig vonden, dan ben ik toch wel benieuwd naar de opvattingen van de nieuwe fractie van het C.D.A. op dit punt

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1978 | | pagina 178