-6-
Met zijn voorstel om de investering af te schrijven gedurende de
restant levensduur van het complex woningen heeft het college geen
moeite
De raad besluit overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders met dien verstande, dat de afschrijvingstermijn wordt
gesteld op de restant levensduur van het betrokken complex woningen.
8Voorstel verlening machtiging aan burgemeester en wethouders tot
verhaal uitkeringen ingevolge Wet Werkloosheidsvoorziening, volgnr.
78—XII—84
De heer Bos is van mening, dat dit nu niet nodig is, of het zou zó
moeten zijn, dat het college hierover de raad al te dikwijls moet raad
plegen. Indien er een misrekening heeft plaats gehad kan dit wel via
de minnelijke weg worden teruggevorderd. Er loopt reeds een sociaal-
rechercheur rond als een boeman. Nu zou er dit nog moeten bijkomen
en dan mag de raad achteraf vernemen waarvoor het is toegepast.
Het zal niet veel voorkomen en voor de weinige keren doen privé—
omstandigheden hieraan niets af, want het college kan de raad dan indi
vidueel machtiging vragen zonder een naam te noemen. Hij ziet delegatie
niet zitten.
De heer Kannekens merkt op, dat dit de 32e delegatie is, waarop de
voorzitter hem corrigeert door mede te delen dat het de 34e delegatie
wordt
Wethouder Fakkers deelt mede, dat het niet de bedoeling is om met deze
zaak rond te springen, zoals door de heer Bos is medegedeeld.
Dit voorstel is een logisch uitvloeisel van de regeling, zoals die in
de Algemene Bijstandswet en Rijksgroepsregelingen is opgenomen.
Dit is de reden, dat het college meende met dit voorstel bij de raad
te moeten komen. Er zal heus geen misbruik van worden gemaakt.
De voorzitter meent uit de woorden van de heer Bos te hebben opgemaakt,
dat het alleen mogelijk moet zijn, indien er langs minnelijke weg geen
regeling is te treffen. Dat is inderdaad juist. Bovendien is het tot
op heden nog nooit nodig geweest en hij hoopt, dat het ook nooit nodig
zal zijn.
De heer Bos is van mening, dat dit voorstel niets af of toe doet aan de
regeling, zoals die in de Algemene Bijstandswet is opgenomen. Door de
voorzitter is gezegd, dat het zeer beperkt voorkomt. Wat belet het
college dan om individueel machtiging aan de raad te vragen? Hij ver- 1
klaart zich er tegen.
Wethouder Fakkers ziet niet in wat voor zin het heeft om individueel
machtiging aan de raad te vragen indien de nodige informatie omtrent
de persoon niet behoeft te worden verstrekt. Indien het een raadsbesluit
wordt dan zou ten opzichte van deze zaken toch wel de nodige informatie door het
college moeten worden verstrekt en tevens zou voorkomen dienen te worden, dat dit in de
openbaarheid komt.
De voorzitter deelt de heer Bos ter verduidelijkinp nog mede, dat het
tormeel nier juist zou zijn als de raad per geval een besluit zou
nemen, zonder dat in dit besluit tot uitdrukking wordt gebracht op wie
men gaat verhalen.
De heer Bos blijft van mening, dat het college wel met een voorstel
zou kunnen komen zonder de naam te noemen, maar in dit voorstel dient
dan wel te worden opgenomen of alle wegen zijn bewandeld om tot een
minnelijke schikking te komen.
Als de raad nu tot delegatie besluit komt hij er nooit achter of er
een minnelijke schikking is getroffen.
De voorzitter deelt hem mede, dat hij zich daarover geen zorgen behoeft
te maken omdat er geen enkele rechter is die een verhaalsprocedure
accepteert indien niet duidelijk is aangetoond, dat alles is gedaan
om tot een minnelijke schikking te komen.