Dit was U natuurlijk ook al opgevallen, maar als voorzitter wil ik dit
toch ook nog eens hardop zeggen.
Het jaar 1977 zal voor U niet onbelangrijk zijn met het oog op Uw even
tuele herverkiezing in 1973.
Met voldoening heb ik kunnen vaststellen dat er gestreefd wordt naar gro
tere eenheden en een zo groot mogelijke eensgezindheid.
Ean positief resultaat van deze pogingen zal de duidelijkheid, zeker ook
voor de kiezer, bepaald wel vergroten. Bij deze gewaardeerde pogingen
wens ik U veel wijsheid en sterkte toe.
Leden van de raad,
Mijn kansen om algemene beschouwingen te houden liggen niet bij de begro
tingsbehandeling maar bij de aanvang van een eerste vergadering in een
nieuw jaar. Al luisterend zult U begrepen hebben, dat ik die kans niet on
benut heb gelaten.
Ook de voorzitter heeft er af en toe behoefte aan om eens te laten horen,
hoe hij over bepaalde zaken denkt, met de bedoeling uiteraard dat we daar
met elkaar ons voordeel mee zullen doen tot heil van onze gemeenschap.
Terugblikkend, heb ik er behoefte aan U mijn erkentelijkheid te betuigen
voor de wijze waarop U zonder uitzondering het mij mogelijk hebt gemaakt
om leiding aan Uw vergaderingen te geven en ook om de werkzaamheden van
alle dag te kunnen verrichten, temeer omdat de omstandigheden, waaronder
dit moest plaats vinden, voor mij niet altijd ideaal waren. De gepaste
persoonlijke contacten met U afzonderlijk heb ik daarbij zeer op prijs
gesteld. Tenslotte wek ik U gaarne op in gelijkblijvende sfeer tesamen
met alle medewerkers en onder Gods onmisbare zegen alle krachten in te zet
ten om in het pasbegonnen jaar de beleidsvoornemens om te zetten in zoda
nige besluiten, dat onze plaatselijke gemeenschap daar wel bij vaart.
De heer Lambregts spreekt vervolgens de volgende rede uit:
Mijnheer de voorzitter,
Met enige huivering heb ik de taak aanvaard enige woorden tot U en mijn
collega's te richten naar aanleiding van Uw nieuwjaarsrede.
Zoals U allen weet ben ik in de raadszaal meer toehoorder dan spreker.
Ik wens U en Uw college van harte een gezegend-, gezond en voorspoedig 1977
toe, vanzelfsprekend ook mijn collega's.
Ik spreek tevens mijn dank uit voor wat U, en al Uw medewerkers, zowel buiten
als binnenshuis, in die vier jaar van Uw aanwezigheid, als burgervader, voor
de gemeente en inwoners tot stand heeft gebracht. Ik ga hier niet nader op in,
U weet allen wat er in korte tijd in de gemeente tot stand is gekomen.
Daarom hoop ik, dat we met z#n allen in goede harmonie op de ingeslagen weg
voort gaan, o.a. industrialisatie, leefbaarheid, sport; in &&n woord alles
wat het welzijn van de gemeente en gemeentenaren ten goede komt.
Dus niet door hetgeen onze minister de Gaay— Fortman van plan is. Ik hoop
dat het een plan blijft dat nooit verwezenlijkt zal worden nl. herindeling
voor de gemeenten beneden de 10.000 inwoners.
De gemeente heeft zelf wel zoveel plannen dat we het plan van papa-gaay
rustig in de la kunnen laten liggen.
Eh dan bedoel ik de plannen voor ruimtelijke ordening zoals plan "Oost",
het aantrekken van deskundige medewerkers wat met een hoop tijd en geld
gepaard gaat. Hopenlijk dat de gemeente zelf in de kortst moge-lijke tijd
over zulke deskundigen kan beschikken.
Tenslotte wens ik U en Uw college veel wijsheid en Gods zegen toe om zoveel
mogelijk plannen te verwezenlijken. Laten wij als raadsleden hier volledig
echter staan door vooral niet egoïstisch te worden, misschien een beetje
pessimistisch, maar laat ons in de meeste gevallen optimistisch blijven,
en onze eigen fouten willen erkennen, ik dank U wel.