Ir. details nil hij thans niet treden, doch alleen de rechte lijn volgen. Na 15 jaar blijkt dat er bij de mensen behoefte bestaat om deze woningen aan te passen aan de eisen van deze tijd. Er is in 1971 geprobeerd om voor deze "ijk een nieuw bestemmingsplan te ontwerpen, doch dit is, om redenen die hem niet bekend zijn, nooit vastgesteld. Met dit outwerpbestenmirgsplan is het bouwplan van de heer van de Luijtgaarden in strijd. Hij heeft zich in alle redelijkheid afgevraagd wat in deze nu verstandig is. Het college is tot de conclusie gekomen te probers; om in overleg met de bewoners er achter te kom an wat hun. wensen zijn. Na dit onderzoek moeten we dan trachten daar een verstandige wending aan te geven. Om dit van de ene op de andere dag te doen is naar zijn mening geen verstandig beleid. Uit de reacties uit de raad meent hij te moeten opmaken dat er nu alles aan gelegen is om de bouw daar mogelijk te maken. Het college zal daarom de zaak onderzoeken om de richting aan te geven en de raad zal dan de beslissing moeten nemen. Het college is daarom voor nemens advies te vragen aan de Commissie RuinlÈüjke Ordening. De eerst volgende vergadering van deze Commissie wordt op 9 september aanstaande gehouden. Het is daarom een zinnige zaak; om in overleg met de bewoners te bekijken wat men daar wil en of dit in een redelijke ontwik keling is onder te brengen. Het is wel dringen daar in die omgeving en hi zou het erg vervelend vinden als men later tot de conclusie moet komen, dat het daar een onhoudbare situatie is geworden. De heer Lauwers vindt hetgeen door de voorzitter is gezegd waar is en dat moet ook worden gedaan, maar nadat deze bouwvergunning is verleend. De heer var. de Luijtgaarden heeft ons op het spoor gezet. Er zijn fouten gemaakt door het gemeentebestuur en daar mag de burger niet de dupe van worden. Hij is daarom van mening dat de bouwvergunning nu aan de heer van de Luijtgaarden moet worden verleend. De voorzitter blijft bij het voorstel van burgemeester er wethouders om deze zaak daar eerst in goede banen tc leiden. De heer Bos zegt dat dit heel mooi en aardig klinkt, maar waarom moeten er dan drie vergaderingen aan gewijd worden alvorens het college met deze gegevens raar voren komt? Was het collego er de eerste keer mee gekomen, dan hadden alle raadsleden het veel beter en veel duidelijker gevreten. Het ging toen over het rijden over eer. trottoir en gebruik van het voetpad door de bejaarden, maar deze feiten zijn weerlegd. Nu komt het college met een ander standpunt. Er is reeds geknoeid met het bestemmingsplan om dat die woningen daar niet gebou'xl hadden mogen worden. Voor deze garage kaii dan ook nog wel worden geknoeid. De voorzitter deelt de heer Bos mede dat hij in het begin niet var de bezwaren van planologische aard op de hoogte was. Dis is dan eer onvol ledige advisering geweest. Het eerste standpunt van het college was om deze grond uit verkeerstechnische overwegingen niet te verkopen, zodat aan de andere aspecten geen aandacht is besteed. Dit is het standpunt van burgemeester en wethouders met daarbij de toezegging dat het college alle mogelijke spoed zal betrachten om deze zaak rond te krijgen. De heer van Dis vindt het een uitermate moeilijke zaak en hij zal daarom toch vóór het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen. Hij wenst niet verder te gaan met op willekeurige wijze misbruik te maken van be stemmingsplannen. Hij is van oordeel, dat ook de buurtbewoners hun in breng moeten kunnen doen en hun eventuele bezwaren naar voren moeten kun nen brengen. Nadat dit is gebeurd moet de raad in alle redelijkheid en billijkheid een besluit kunnen nemen, waarbij zijn gedachten op dit mo ment wel gaan om die vergunning te verleuren. De raad moet wel eens een keer overeenkomstig de regels gaan handelen. Om voor iedere willekeu rige aanvraag opnieuw van het bestemmingsplan af te wijken, daar is hij persoonlijk niet voor.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 87