- 7 -
Aan de hand van de tekening geeft hij de heer Munters een toelichting. Vak A is het
terrein waarop het mortuarium zal worden gebouwd, vak B is het terrein waarop de
uitbreiding van de Gereformeerde Kerk is gepland en vak C is het parkeerterrein
van grind. Op het middelste gedeelte van de vakken B en C zal de erfdienstbaarheid
worden gevestigd.
De heer Munters is voorstander om de erfdienstbaarheid te vestigen op een gedeelte
langs de vijver dan blijft er de meeste parkeerruimte over.
De voorzitter deelt hem hierop mede dat het plan nog moet worden gemaakt voor o.a.
groenvoorzieningen en dat zijn suggestie zal meespelen bij het opstellen van de plan
nen. Het definitieve plan zal dan nog een keer in de raad worden behandeld.
De heer Kannekens zegt dat hij geen antwoord heeft gehad op zijn vraag waarom dit de
enig geschikte plaats is. De heer van der Werf heeft ook gezegd dat dit de enig
juiste plaats is.
De voorzitter deelt hierop mede dat hij niet heeft beweerd dat dit de enig geschikte
plaats is. Hij heeft alleen gezegd dat dit een geschikte plaats is.
De heer Kannekens reageert hierop, dat dit wel in het voorstel staat vermeld, waarop
de voorzitter hem mededeelt dat hij zijn gezegde dan moet beschouwen als een correc
tie.
De heer Bos deelt nog mede, dat hij gaarne bereid is om te zijner tijd nadere gege
vens omtrent de bouw van mortuaria aan het college te verstrekken.
De heEr Kannekens deelt nogmaals mede, dat hij niet kan begrijpen dat de duurste
plaats de enige plaats is om dit mortuarium te bauwen. Hij is de eerste persoon in
de raad geweest die het probleem van een mortuarium ter sprake heeft gebracht.
Hij blijft bezwaren hebben tegen de mededeling uit de raad dat dit de enig juiste
plaats is voor het mortuarium. Het grootste gedeelte van de Fijnaartse bevolking zal
zich afzetten tegen dit mortuarium, omdat die het niet de geschikste plaats vindt.
Hij vindt, dat er daarom maar een hearing gehouden moet worden.
De voorzitter vindt het voorstel voldoende toegelicht en vraagt wie er stemming ver
langt, waarop de heer Kannekens bevestigend antwoordt.
De raad besluit met zes te-gen twee stemmen het voorstel van burgemeester en wet
houders aan te nemen.
Vóór stemmen de leden: Bos, Munters, de Schutter, van der Werf, van Dueren den Hol
lander en Fakkers.
Tegen stemmen de leden Lambregts en Kannekens.
Voorstel tot aangaan van een geldlening, groot f.500.000,/37e wijziging gemeente
begroting 1976, volgnr. 7S-VI-60
De heer Kannekens vraagt waarom bij de beide plaatselijke banken geen offerte is
gevraagd. Volgens het college was dit de voordeligste aanbieding, doch naar zijn
mening is de aanbieding van de Rabobank voordeliger.
De Rabobank is niet ingeschakeld en dit vindt hij jammer.
De voorzitter deelt hem mede, dat de vorige keer de beide banken zijn ingeschakeld
en en die hebben gezamenlijk een offerte uitgebracht.
De heer Kannekens deelt hierop mede dat dit deze keer niet is gebeurd en daarom
maakt hij ook bezwaar. Door de banken wordt thans strijd geleverd om de voordeligste
aanbieding te doen. Hij overhandigt de offerte van de Rabobank aan de voorzitter.
De voorzitter zegt toe dat de voordeligste offerte zal worden geaccepteerd.
De heer Munters geeft in overweging om in de toekomst offertes te vragen aan de
plaatselijke banken en enkele handels-banken, alsmede de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten, om zodoende ieder gelijke kansen te geven.
De voorzitter antwoordt hierop dat het college op grond van de eerdere afspraak
contact heeft opgenomen met de Raiffeisenbank in het volste vertrouwen dat deze
banken dit gezamenlijk zouden regelen. Aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten is
ook oen offerte gevraagd, maar deze was voor het college te duur zodat er geen ge
bruik van is gemaakt.
De raad besluit tot het aangaan van een geldlening van ƒ.500.000,met de Bank
die de voordeligste offerte heeft ingediend.