- 2 - 4. Voorstel tot vaststelling voorbereidingsbesluit bestemmingsplan "Dost", volgnr. 76-VI-62. De heer Bos merkt op dat dit voorbereidingsbesluit al vele malen is genomen en daar heeft hij geen bezwaar tegen. In de courant heeft hij gelezen dat Minister Gruyters boos is op de gemeenten, omdat deze niet in staat zijn om het door hem geplande bouwprogramma te halen. Niet de gemeenten zijn hiervan de schuldigen, doch de Pro vinciale Directies van de Volkshuisvesting. Het is echter niet de taak van de gemeente om de minister in te lichten, maar het speelt toch wel een rol. Hij wil ook weten of er al iets naders bekend is over het door de gemeente ingedien de plan. De voorzitter antwoordt hem, dat het plan op 31 augustus a.s. in de vergadering van de Provinciale Planologische Commissie zal worden behandeld. Tegen deze tijd hoopt hij dat het collega ook enige duidelijkheid heeft wat betreft de grondverwerving en andere problemen die daar verband mee houden. Hij hoopt dat het college in de ver gadering van september a.s. hierover meer concrete mededelingen kan doen. De heer Bos is blij met het antwoord maar dit zegt hem niets, want als het college het in september aan kan bieden dan blijft het misschien bij de Provinciale Commis sie nog wel een jaar liggen met de mogelijkheid van verdaging van een half jaar en dan zijn we nog niet veel verder en kan de gemeente nog geen woningen bouwen. De voorzitter hoopt, dat hij zijn woorden waar kan maken, maar indien de Commissie het nog een maand wil verdagen, kan hij daar ook niets aan doen. De heer Munters is het eens met de woorden van de heer Bos, want het duurt inderdaad erg lang. Het zou goed zijn dat het ambtelijk apparaat van de Provinciale Commissie eens werd uitgebreid. Hij val weten of het plan de kleine commissie al is gepasseerd en hoe dit advies luidt. De voorzitter deelt hem mede dat er nog geen advies bekend is, maar hij is het vol ledig met de sprekers eens, dat het veel te lang duurt. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 5. Voorstel tot vaststelling voorbereidingsbesluit bestemmingsplan ged. flppelaarseweg nabij Chr. Landbouwhuishoudschool, volgnr. 76-VI-63. De heer Munters heeft begrepen dat aanvankelijk aan het schoolbestuur een aanbie ding is gedaan, dat het daar kon bouwen. Er zou iets beschikbaar zijn en het kon op vrij korte termijn. De gemeente heeft hier vlot gehandeld en het bestuur van de C.B.T.B. was wat traag en daarom is dit niet doorgegaan. De voorzitter ontkent dat vanwege de gemeente is medegedeeld dat het schoolbestuur daar kon gaan bouwen. Indien er sprake is van een aanbieding dan wordt hiermede be doeld dat de R.K. Kleuterschool een alternatieve mogelijkheid zou zijn. Indien aangetoond zou worden dat uitbreiding van de school noodzakelijk was is door het college toegezegd om deze uitbreiding ter plaatse planologisch mogelijk te maken. Wethouder van Dueren den Hollander deelt in aansluiting op het antwoord van de voor zitter mede dat er vanwege het college niets is aangeboden. Wel is er een mededeling van de C.B.T.B., afd. Zuid Nederland bij het college binnengekomen dat er in Papen- drecht plotseling 2 demontabele lokalen vrij kwamen, die bij de school geplaatst zouden kunnen worden. Dit was echter niet mogelijk omdat maar 30% van de beschikbare grond bebouwd mocht worden en vandaar dat dit voorbereidingsbesluit ter vaststelling wordt aangeboden. De voorzitter deelt tot slot nog mede dat het college ook nog heeft gedacht aan de twee semi-permanente lokalen van de Julianaschool, doch deze waren te duur voor het schoolbestuur. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 57