-3- Hij deelt de heer van Dis mede dat het voor de gemeente inderdaad voor deliger zou zijn indien het tegen vervangingswaarde kon worden overgedragen. Dit is echter niet mogelijk omdat er bepaalde spelregels zijn vastgesteld in overleg met de Provincie en het Rijk. Het Waterschap V/est Brabant neemt op grond van deze zelfde voorwaarden de bij de overige gemeenten - voor zover aanwezig - de zuiveringsinstallaties en persleidingen over. Op een vraag van de heer van Dis of alle gemeenten deze voorwaarden aan vaarden antwoordt de voorzitter, dat hij aanneemt van wel. De heer Munters zegt dat niet alle gemeenten deze voorwaarden aanvaarden. Do ".'oorzitter g .ft ton aanzien van puft 5 van hot ontwerp—besluit, toe dat het geen verstandige zaak is om er in te bewilligen dat de gemeente de kosten laat afhangen van de woorden ?'of anderszinsNamens het college stelt hij voor om in punt 5 de woorden ;fof anderszins uitbreiding oi wijzi ging dienen te ondergaan" te schrappen. Hij weet echter niet of dit door het Waterschap West Brabant of de Provincie zal worden geaccepteerd. Hierover wil hij nog wel nader overleg plegen mot deze instanties. heer de Schutter vraagt of het waar is dat er door het Waterschap een baarde van 600.000,aan deze installaties wordt toegekend. Indien dit zo is vindt hij het een rare zaak dat een hogere overheid (Waterschap) winst gaat maken door deze persleiding en rioolgemaal tegen boekwaarde van do gemeente over te nemen. Overdracht tegen boekwaarde is toch normaal bij zulke transacties. De heer Munters is het er niet mee eens dat de inwoners van deze lastenver— laging eerst' in 1977 hiervan zouden kunnen profiteren nu het college voor nemens is deze zaak pas bij do vaststelling van het tarief van de onroerend— goedbelasting aan de orde te stellen. Hij is er ook nog niet zeker van dat de onroerendgoedbelasting roods in 1977 geheven zal kunnen worden. Daarom stelt hij voor om de inwoners reeds in 1976 van deze lastenverlaging te laten profiteren. Ten aanzien van de door de heer van Dis aangeroerde overdrachtsprijs vraagt hij wat er zou gebeuren met de gemeenten die geen D.A.C.W, subsidie hebben ontvangen voor de aanleg van een rioolgemaal met persleiding. De heer van Dis merkt op dat rechten met het Waterschap worden verrekend met ingang van 1 januari 1974. Dit heeft tot gevolg dat de inwoners drie jaar lang te veel hebben betaald. Hij is blij dat het college de woorden: ^^'of anderszins uitbreiding of wijziging dienen te ondergaan1', vermeld in punt 5 van het ontwerp-besluit, wil schrappen. Hij vraagt -of het college bereid is te informeren of er ook gemeenten zijn die deze voorwaarden niet hebben aanvaard en op welke gronden niet. Hij blijft er bij dat het een kwalijke zaak is wanneer de gemeente deze insta.llaties overdraagt voor 245.000»vvat in de concept—overeenkomst wordt gerepresenteerd voor een bedrag van 604.900,Deze persleiding is aangelegd met D.A.C.W. subsidie en door het nu over te dragen zoals wordt voorgesteld, wordt deze D.A.C.W. subsidie weggegeven aan het Waterschap, hetgeen in feite nooit de bedoeling kan zijn geweest. Achteraf bezien is het een onvoordelige zaak dat deze persleiding met rioolgemaal is aange meld als D.A.C.W. object. Het toegekende subsidie had veel beter aangewend kunnen worden voor een specifiek Pijnaarts doel. Dit is voor hem het grootste bezwaar om het togen boekwaarde over te dragen. Hij vraagt daarom om de beslissing te willen aanhouden tot dat het college zich volledig op de hoogte heeft gesteld welko gemeenten en op wolke gronden bezwaren hebben gemaakt tegen de boekwaarde in plaats van ver vangingswaarde De heer Kannokens dringt er ook op aan om de lastenverlaging reeds in 1976 aan de inwoners ten goede te doen komen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 48